NJB 2013/1506
Oplichting: een verblijfsvergunning is een ‘goed’ in de zin van art. 326 Sr.
HR 28-05-2013, ECLI:NL:HR:2013:CA0799
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 mei 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman en N. Jörg
- Zaaknummer
12/00159
- LJN
CA0799
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Vreemdelingenrecht / Verblijf
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:CA0799, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑05‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:CA0799, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑12‑2012
- Wetingang
(Sr art. 326)
Essentie
Oplichting: een verblijfsvergunning is een ‘goed’ in de zin van art. 326 Sr.
Uitspraak
Inleiding:
De verdachte is veroordeeld (onder 2) omdat hij – kort gezegd – met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam de Immigratie- en Naturalisatiedienst heeft bewogen tot de afgifte van een verblijfsvergunning in het kader van de Pardonregeling, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk valselijk een formulier Bijlage Fotokaart op naam van [betrokkene 1] ondertekend en voorzien van zijn pasfoto en zich aldus voorgedaan als [betrokkene 1], waardoor de Immigratie- en Naturalisatiedienst werd bewogen tot bovenomschreven afgifte. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.