RF 2015/44:Advisering. Moet op grond van art. 4:23 Wft de verplicht ingewonnen klantinformatie ook schriftelijk worden vastgelegd? (Appellante/AFM)

RF 2015/44

Advisering. Moet op grond van art. 4:23 Wft de verplicht ingewonnen klantinformatie ook schriftelijk worden vastgelegd? (Appellante/AFM)

Documentgegevens:

CBb 23-01-2015, ECLI:NL:CBB:2015:16 (X/AFM 3)

Instantie: College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum: 23 januari 2015
Magistraten: Mrs. W.E. Doolaard, W.A.J. van Lierop, M.M. Smorenburg
Zaaknummer: AWB 13/395
Roepnaam: X/AFM 3
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS920350:1
Vakgebied(en): Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Brondocumenten: ECLI:NL:CBB:2015:16, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 23‑01‑2015
Wetingang: Art. 4:23 Wft; art. 32 Bgfo (oud); art. 32a Bgfo (nieuw)

Essentie

Advisering.

Moet op grond van art. 4:23 Wft de verplicht ingewonnen klantinformatie ook schriftelijk worden vastgelegd? Moet ook een klantprofiel opgesteld worden van mededebiteuren die in feite slechts als borg optreden? Is er bij ontbreken van klantinformatie automatisch sprake van overtreding van de verplichting om het advies op de ingewonnen informatie te baseren?

Samenvatting

Appellante bemiddelt in hypothecair krediet. Zij adviseert studenten (en hun ouders) in verband met de aanschaf en financiering van lidmaatschapsrechten in een woonvereniging. Omdat de studenten zelf over onvoldoende inkomen beschikten, werden hun ouders mededebiteur. AFM heeft in 2009 bij appellante onderzoek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.