Einde inhoudsopgave
Wet op het onderwijstoezicht
Artikel 24 Raad van advies inzake de inspectie
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2020
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 76 (uitgifte: 04-03-2020, kamerstukken: 35320)
- Inwerkingtreding
01-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2020, Stb. 2020, 98 (uitgifte: 23-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Er is een Raad van advies inzake de inspectie die tot taak heeft de inspectie bij te staan in de waarborging van een zorgvuldige en professionele uitoefening van het toezicht. De raad adviseert de inspecteur-generaal onderscheidenlijk het hoofd inspectie gevraagd en ongevraagd over de kwaliteit van de uitoefening van het toezicht, in het bijzonder over de uitvoering van de artikelen 13 en 22.
2.
De raad bestaat uit ten minste drie leden, die worden benoemd en ontslagen door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De benoeming geschiedt voor de tijd van ten hoogste vier jaar. De leden kiezen uit hun midden een voorzitter.
3.
De voorzitter en leden zijn afzonderlijk of gezamenlijk deskundig op het gebied van onderwijs, kwaliteitszorg en toezicht.
4.
De raad bepaalt zijn eigen werkwijze.