Einde inhoudsopgave
Wet op het onderwijstoezicht
Artikel 13 Onderzoekskaders
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2017
- Bronpublicatie:
08-04-2016, Stb. 2016, 179 (uitgifte: 20-05-2016, kamerstukken: 33862)
- Inwerkingtreding
01-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-04-2016, Stb. 2016, 179 (uitgifte: 20-05-2016, kamerstukken: 33862)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onze Minister stelt op voordracht van de inspectie kaders vast waarin de werkwijze voor een onderzoek als bedoeld in de artikelen 11 en 12a en voor de toepassing van de artikelen 11a en 11b is vastgelegd. In de kaders wordt onderscheid aangebracht tussen de in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en b, bedoelde taken.
2.
Voorafgaand aan de voordracht, bedoeld in het eerste lid, voert de inspectie overleg met vertegenwoordigers van het onderwijsveld en andere betrokkenen, terwijl bij onderwerpen betrekking hebbend op de vrijheid van inrichting in ieder geval overleg wordt gevoerd met de erkende richtingen. Ten behoeve van het in de vorige volzin bedoelde overleg brengt de inspectie onderscheid aan tussen de in artikel 3, eerste lid, bedoelde taken, en vermeldt zij, voor zover het de in artikel 3, eerste lid, onderdeel a bedoelde taak betreft, welke bij of krachtens een onderwijswet gegeven voorschriften van toepassing zijn. De inspectie maakt van het overleg een verslag, dat door Onze Minister aan de Staten-Generaal wordt gezonden.
3.
Een kader, bedoeld in het eerste lid wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.