HR, 20-05-2022, nr. 21/02386
ECLI:NL:HR:2022:749
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20-05-2022
- Zaaknummer
21/02386
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2022:749, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑05‑2022; (Cassatie, Artikel 80a RO-zaken)
In cassatie op: ECLI:NL:GHARL:2021:4155
- Vindplaatsen
Uitspraak 20‑05‑2022
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 21/02386
Datum 20 mei 2022
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 april 2021, nrs. 19/01429 tot en met 19/014341., op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland (nrs. UTR 18/620, UTR 18/622, UTR 18/624, UTR 18/626, UTR 19/737 en UTR 19/759) betreffende de beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor de jaren 2016 tot en met 2018 betreffende de onroerende zaken [a-straat 1] en [2] te [Z].
1. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureurgeneraal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2. Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie nietontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 20 mei 2022.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 20‑05‑2022