Vergelijk de beschikking van de rechtbank Overijssel van 8 november 2017, p. 1.
HR, 04-05-2018, nr. 18/00523
ECLI:NL:HR:2018:686
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
04-05-2018
- Zaaknummer
18/00523
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2018:686, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑05‑2018; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:430, Gevolgd
ECLI:NL:PHR:2018:430, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑2018
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2018:686, Gevolgd
- Vindplaatsen
JOR 2018/229
TvI 2018/47 met annotatie van Q. Bongaerts
INS-Updates.nl 2018-0157
JOR 2018/229
Uitspraak 04‑05‑2018
Partij(en)
4 mei 2018
Eerste Kamer
18/00523
TT/IF
Hoge Raad der Nederlanden
in de zaak van:
[verzoeker],wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. R.W. Keus,
t e g e n
Mr. D. WARNINK, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [verzoeker],kantoorhoudende te Kampen,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en de curator.
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak C/07/12/715 van de rechtbank Overijssel van 8 november 2017.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De curator heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot vernietiging en terugwijzing.
3. Beoordeling van het middel
3.1
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Bij vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 18 december 2012 is [verzoeker] in staat van faillissement verklaard.
(ii) Mr. Warnink is de huidige curator in dat faillissement.
3.2.1
Bij e-mail van 26 oktober 2017 heeft [verzoeker] een verzoek ingediend bij de rechtbank Overijssel tot ontslag van mr. Warnink als curator.
3.2.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 3 november 2017.
3.2.3
De rechtbank heeft het verzoek afgewezen.
3.3
Het middel klaagt dat de rechtbank art. 65 Fw heeft geschonden door op het ontslagverzoek te beslissen zonder de in het faillissement van [verzoeker] benoemde rechter-commissaris te hebben gehoord.
3.4
De klacht is gegrond. Ingevolge art. 65 Fw is de rechtbank verplicht de rechter-commissaris te horen alvorens in enige zaak, het beheer of de vereffening van de failliete boedel betreffende, een beslissing te geven. Hieruit volgt dat de rechtbank de rechter-commissaris diende te horen alvorens op de voet van art. 73 Fw over ontslag van de curator te beslissen. Nu uit de stukken van het geding niet valt op te maken dat de rechtbank de rechter-commissaris heeft gehoord, kan de bestreden beschikking niet in stand blijven. (HR 16 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ7318, NJ 2009/517)
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de beschikking van de rechtbank Overijssel van 8 november 2017;
wijst het geding terug naar die rechtbank ter verdere behandeling en beslissing.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek op 4 mei 2018.
Conclusie 23‑03‑2018
Partij(en)
Zaaknr: 18/0052
mr. W.L. Valk
Zitting: 23 maart 2018 (bij vervroeging)
Conclusie inzake:
[verzoeker]
tegen
Mr. D. Warnink, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [verzoeker]
Partijen worden verkort aangeduid als [verzoeker] respectievelijk de curator.
Deze zaak betreft het verzoek van [verzoeker] tot ontslag van de curator in zijn faillissement op de voet van art. 73 Fw. In cassatie is de klacht dat de rechtbank art. 65 Fw heeft geschonden door op het ontslagverzoek te beslissen zonder de in het faillissement van [verzoeker] benoemde rechter-commissaris te hebben gehoord.
1. Feiten en procesverloop
1.1.
In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan:1.
1.1.1.
Bij vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 18 december 2012 is [verzoeker] in staat van faillissement verklaard.
1.1.2.
De curator is de huidige curator in dat faillissement.
1.2.
Bij e-mail van 26 oktober 2017 heeft [verzoeker] een verzoek ingediend bij de rechtbank Overijssel tot ontslag van de curator in zijn faillissement.
1.3.
Het verzoek is behandeld op 3 november 2017.
1.4.
Bij beschikking van 8 november 2017 heeft de rechtbank het verzoek afgewezen.
1.5.
Bij verzoekschrift van 6 februari 2018 heeft [verzoeker] – tijdig2.– cassatieberoep tegen de beschikking ingesteld. De curator is niet verschenen.
2. Bespreking van het cassatiemiddel
2.1.
Het cassatiemiddel klaagt dat de rechtbank art. 65 Fw heeft geschonden door op het ontslagverzoek te beslissen zonder de in het faillissement van [verzoeker] benoemde rechter-commissaris te hebben gehoord.
2.2.
De klacht is gegrond. Art. 65 Fw schrijft voor dat de rechtbank de rechter-commissaris hoort, alvorens in enige zaak betreffende het beheer of de vereffening van de failliete boedel een beslissing te geven. Een ontslagverzoek als bedoeld in art. 73 Fw valt binnen het bereik van dit artikel. Uit de stukken van het geding valt niet op te maken dat de rechtbank de rechter-commissaris heeft gehoord.3.De bestreden beschikking kan derhalve niet in stand blijven (HR 16 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ7318, NJ 2009/517, rechtsoverweging 3.4).
3. Conclusie
De conclusie strekt tot vernietiging en terugwijzing.
De Procureur-Generaal bij de
Hoge Raad der Nederlanden
A-G
Voetnoten