Belastingblad 2021/19
De Hoge Raad oordeelt dat het hof niet het benodigde onderscheid heeft gemaakt tussen enerzijds de vraag of belanghebbende de tennisaccommodatie heeft bestemd voor de exploitatie ervan om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen en anderzijds de vraag of die exploitatie gepaard gaat met dienstverlening onder bezwarende titel.
HR 13-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1776, m.nt. L.L.C. Blom
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 november 2020
- Magistraten
Mrs. M.E. van Hilten, E.N. Punt, P.M.F. van Loon, L.F. van Kalmthout en E.F. Faase
- Zaaknummer
18/04728
- Noot
L.L.C. Blom
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS248090:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Omzetbelasting / Tarief
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1776, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑11‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑11‑2020
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof niet het benodigde onderscheid heeft gemaakt tussen enerzijds de vraag of belanghebbende de tennisaccommodatie heeft bestemd voor de exploitatie ervan om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen en anderzijds de vraag of die exploitatie gepaard gaat met dienstverlening onder bezwarende titel.
Uitspraak
Arrest
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 4 oktober 2018, nr. 17/00150 (Red.: ECLI:NL:GHSHE:2018:4113, Belastingblad 2019/41), op het hoger beroep van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.