Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met overgangsregels voor enkele bepalingen van het douanewetboek van de Unie voor de gevallen waarin de relevante elektronische systemen nog niet operationeel zijn
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 04-04-2016
- Bronpublicatie:
17-12-2015, PbEU 2016, L 69 (uitgifte: 15-03-2016, regelingnummer: 2016/341)
- Inwerkingtreding
04-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2015, PbEU 2016, L 69 (uitgifte: 15-03-2016, regelingnummer: 2016/341)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
Verordening van de Commissie van 17 december 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad met overgangsregels voor enkele bepalingen van het douanewetboek van de Unie voor de gevallen waarin de relevante elektronische systemen nog niet operationeel zijn, en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (hierna ‘het wetboek’ genoemd) (1), en met name de artikelen 6, 7, 131, 153, 156 en 279,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag is in het wetboek aan de Commissie de bevoegdheid gedelegeerd om een aantal niet-essentiële onderdelen van het wetboek aan te vullen.
- (2)
Het wetboek stimuleert het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën, zoals voorgeschreven bij Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) en erkent dat deze technologieën niet alleen essentieel zijn voor de vergemakkelijking van de handel maar ook voor de effectiviteit van de douanecontroles. Meer in het bijzonder moeten volgens artikel 6, lid 1, van het wetboek, alle uitwisselingen van informatie tussen douaneautoriteiten onderling en tussen marktdeelnemers en douaneautoriteiten en de opslag van die informatie geschieden met behulp van elektronische gegevensverwerkingstechnieken. In de regel moeten informatie- en communicatiesystemen de marktdeelnemers in alle lidstaten dezelfde faciliteiten bieden.
- (3)
Op basis van het bestaande planningsdocument voor alle IT-gerelateerde douaneprojecten, dat is opgesteld overeenkomstig Beschikking nr. 70/2008/EG, bevat Uitvoeringsbesluit 2014/255/EU van de Commissie (3) (het werkprogramma) een lijst van de elektronische systemen die door de lidstaten en, in voorkomend geval, in nauwe samenwerking tussen de Commissie en de lidstaten moeten worden ontwikkeld om ervoor te zorgen dat het wetboek in de praktijk toepassing kan vinden.
- (4)
In dit verband is in artikel 278 van het wetboek bepaald dat tot en met 31 december 2020, op overgangsbasis, andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken mogen worden gebruikt voor de uitwisseling en de opslag van informatie indien de voor de toepassing van de bepalingen van het wetboek benodigde elektronische systemen nog niet operationeel zijn.
- (5)
Hoewel de in deze verordening vervatte overgangsmaatregelen in principe uiterlijk tot 31 december 2020 toepassing moeten vinden, gelet op de praktische en projectmatige overwegingen van het werkprogramma, moet in het belang van de rechtszekerheid van de marktdeelnemers worden aanvaard dat wanneer de uitroldatum van een elektronisch systeem vóór de in het wetboek vastgestelde einddatum voor de toepassing van de overgangsbepalingen valt, de in deze verordening vastgestelde andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken voor de uitwisseling en de opslag van informatie als alternatief worden gebruikt voor het relevante elektronische systeem, waar dat uitgerold is, en vervolgens worden geschorst.
- (6)
Aangezien de elektronische systemen die nodig zijn voor de uitwisseling van informatie tussen de douaneautoriteiten onderling en tussen marktdeelnemers en douaneautoriteiten, nog niet voorhanden zijn, dienen overgangsmaatregelen te worden vastgesteld met betrekking tot de vorm van dergelijke aanvragen en beschikkingen. Bij de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening dienen de geldende nationale en EU-gegevensbeschermingsbepalingen onverkort in acht te worden genomen.
- (7)
Wanneer de douaneautoriteiten van meer dan één lidstaat elkaar moeten raadplegen voordat een beschikking over de toepassing van de douanewetgeving wordt genomen, is het noodzakelijk, voor zover bij deze raadpleging gegevens moeten worden uitgewisseld en opgeslagen via elektronische middelen die nog niet zijn uitgerold, overgangsmaatregelen vast te stellen om ervoor te zorgen dat zulke raadplegingen kunnen blijven plaatsvinden.
- (8)
Aangezien de upgrade van het elektronische systeem betreffende bindende tariefinlichtingen (BTI's) nog moet plaatsvinden, moeten de huidige papieren en elektronische middelen voor BTI-aanvragen en -beschikkingen verder worden gebruikt totdat de volledige upgrade van het systeem heeft plaatsgevonden, teneinde de bedrijven te helpen bij het vaststellen van de juiste tariefindeling.
- (9)
Aangezien de upgrade van het elektronische systeem dat vereist is voor de toepassing van de bepalingen van het wetboek betreffende zowel de aanvraag als de vergunning van de status van geautoriseerd marktdeelnemer (AEO), nog moet plaatsvinden, moeten de huidige papieren en elektronische middelen verder worden gebruikt totdat de upgrade van het systeem heeft plaatsgevonden.
- (10)
Aangezien tot de upgrade van de nationale invoersystemen gebruik moet worden gemaakt van het huidige systeem voor de aangifte van gegevens inzake de douanewaarde (DV1), dienen er in deze verordening overgangsbepalingen te worden vastgesteld betreffende de mededeling van bepaalde elementen van de douanewaarde.
- (11)
In artikel 147 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (4) wordt verwezen naar een elektronisch systeem dat is opgezet voor de uitwisseling en de opslag van informatie over zekerheidstellingen die in meer dan één lidstaat kunnen worden gebruikt. Aangezien dat elektronische systeem nog niet voorhanden is, moet worden voorzien in andere middelen voor de opslag en de uitwisseling van deze informatie.
- (12)
Aangezien het invoercontrolesysteem, dat noodzakelijk is voor de toepassing van de bepalingen van het wetboek inzake de summiere aangifte bij binnenbrengen, nog geen volledige upgrade heeft gekregen, moeten de huidige middelen voor de uitwisseling en de opslag van informatie, niet zijnde de in artikel 6, lid 1, van het wetboek bedoelde elektronische gegevensverwerkingstechnieken, verder worden gebruikt.
- (13)
Omdat het huidige invoercontrolesysteem slechts een summiere aangifte bij binnenbrengen met behulp van de indiening van één gegevensset kan ontvangen, moeten in dit verband ook de artikelen die voorzien in de verstrekking van gegevens in meer dan één gegevensset, tijdelijk worden opgeschort totdat de upgrade van het invoercontrolesysteem heeft plaatsgevonden, en moeten alternatieve vereisten worden vastgesteld.
- (14)
Teneinde de douaneformaliteiten bij het binnenbrengen van goederen in verband met de veiligheid van de Unie en haar burgers te ondersteunen en te waarborgen en ervoor te zorgen dat het douanetoezicht op het juiste moment begint en naar behoren wordt uitgevoerd zolang de systemen voor kennisgeving van aankomst, aanbrengen van goederen en tijdelijke opslag nog niet zijn uitgerold, moeten alternatieve middelen voor de uitwisseling en de opslag van informatie worden vastgesteld wat de kennisgeving van aankomst, uitwijking, aanbrengen en tijdelijke opslag van goederen betreft.
- (15)
Om ervoor te zorgen dat de handelingen om goederen onder een bepaalde douaneregeling te plaatsen, vlot kunnen verlopen, moet worden toegestaan dat verder gebruik wordt gemaakt van papieren douaneaangiften naast de bestaande nationale invoersystemen zolang de upgrade van deze systemen nog niet heeft plaatsgevonden.
- (16)
Aangezien de door het wetboek vereiste nieuwe gegevenssets en formaten en de in verband daarmee op basis van het wetboek vastgestelde bepalingen niet beschikbaar zullen zijn totdat de upgrade van de nationale invoersystemen heeft plaatsgevonden, moet worden voorzien in de mogelijkheid dat douaneaangiften worden ingediend met een andere gegevensset, teneinde de rechtszekerheid voor marktdeelnemers te garanderen.
- (17)
Totdat de upgrade van het geautomatiseerde uitvoersysteem en de nationale invoersystemen heeft plaatsgevonden, moet voor marktdeelnemers die gebruikmaken van de vereenvoudigde aangifte, worden voorzien in verschillende termijnen om de aanvullende aangifte in te dienen. De lidstaten moeten daarom de mogelijkheid hebben om andere dan de in artikel 146 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (5) genoemde termijnen vast te stellen.
- (18)
In dezelfde geest moet het de lidstaten tijdens de overgangsperiode worden toegestaan om te aanvaarden dat een vereenvoudigde douaneaangifte gebeurt in de vorm van een handels- of administratief document.
- (19)
In de gevallen waarin een douaneaangifte wordt ingediend voordat de goederen zijn aangebracht, moet de kennisgeving van de aanbrenging van de goederen, totdat de uitrol en de upgrade van de daarvoor bestemde elektronische systemen heeft plaatsgevonden, bij de douaneautoriteiten kunnen worden ingediend via de bestaande nationale systemen of met behulp van andere middelen.
- (20)
Door het invoeren van de verplichting tot het indienen van douaneaangiften door middel van elektronische gegevensuitwisseling overeenkomstig artikel 6, lid 1, van het wetboek en het schrappen van de bestaande ontheffingen van de verplichting tot het indienen van summiere aangiften voor postzendingen staan de postaanbieders voor belangrijke uitdagingen. De mogelijkheid om voor bepaalde postzendingen gebruik te maken van een aangifte met een beperkte gegevensset, vereist ook aanpassingen in de gegevensstroom en de ondersteunende IT-infrastructuur van de postaanbieders en de douaneautoriteiten van de lidstaten. Daarom zijn er overgangsregels nodig, zodat de aanpassingen aan de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 vastgestelde bepalingen vlot kunnen verlopen.
- (21)
Aangezien het DWU-systeem Douanebeschikkingen niet voorhanden is, moet alle informatie met betrekking tot aanvragen en vergunningen voor gecentraliseerde vrijmaking ook tijdens de overgangsperiode worden gepubliceerd, zodat deze met het oog op controle toegankelijk is voor de Commissie en de lidstaten.
- (22)
Om ervoor te zorgen dat het douanevervoer van goederen per spoor vlot en zonder onderbreking kan blijven verlopen totdat de upgrade van het nieuw geautomatiseerd systeem voor douanevervoer (NCTS) heeft plaatsgevonden, moet worden voorzien in regels voor het voortgezette gebruik van de papieren regeling Uniedouanevervoer per spoor.
- (23)
Er moeten regels worden vastgesteld voor het voortgezette gebruik van papieren of elektronische manifesten om de continuïteit en doeltreffendheid van het vervoer van goederen door lucht- en scheepvaartmaatschappijen te waarborgen totdat de upgrade van de relevante systemen van de marktdeelnemers heeft plaatsgevonden.
- (24)
Teneinde te garanderen dat de hierboven beschreven overgangsregelingen doeltreffend functioneren, moeten ook sommige bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 worden gewijzigd.
- (25)
Geen van de bepalingen van deze verordening mag aan de Commissie of de lidstaten een verplichting tot het upgraden of uitrollen van technische systemen opleggen die niet in overeenstemming is met de streefdatums die zijn vastgesteld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/255/EU.
- (26)
De bepalingen van deze verordening moeten toepassing vinden vanaf 1 mei 2016 zodat het wetboek onverkort kan worden toegepast,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.
Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21).
Uitvoeringsbesluit 2014/255/EU van de Commissie van 29 april 2014 tot vaststelling van het werkprogramma voor het douanewetboek van de Unie (PB L 134 van 7.5.2014, blz. 46).
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad met nadere regels ter verduidelijking van een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).