Besluit vrijstellingen voor de diensten door lijkbezorgers, crematoria en exploitanten van begraafplaatsen
2 Reikwijdte van de vrijstelling
Geldend
Geldend vanaf 31-12-2016
- Bronpublicatie:
28-12-2016, Stcrt. 2016, 69123 (uitgifte: 30-12-2016, regelingnummer: BLKB/2016/657M)
- Inwerkingtreding
31-12-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-12-2016, Stcrt. 2016, 69123 (uitgifte: 30-12-2016, regelingnummer: BLKB/2016/657M)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Vrijstelling
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de vrijstelling een objectief karakter draagt1.. De hoedanigheid van de lijkbezorger dient te worden vastgesteld aan de hand van het geheel van diensten waaruit zijn onderneming bestaat. Slechts die diensten zijn vrijgesteld die kenmerkend en essentieel zijn voor de diensten die door een lijkbezorger worden verricht. Een ieder die deze kenmerkende en essentiële diensten verricht kwalificeert als een lijkbezorger die op die diensten de btw-vrijstelling mag toepassen.
Uit de ontstaansgeschiedenis van de vrijstelling en naar maatschappelijke opvattingen betreft het bijvoorbeeld de volgende diensten:
- –
de verzorging en opbaring van het lichaam van de overledene;
- –
het dragen van de lijkkist;
- –
de verzorging van de uitvaartplechtigheid;
- –
de teraardebestelling of crematie (inclusief de asverstrooiing).
Leveringen door lijkbezorgers die in een rechtstreeks verband staan met de door hen verrichte kenmerkende en essentiële diensten kunnen in de vrijstelling delen. Van een rechtstreeks verband is sprake als die leveringen onlosmakelijk zijn verbonden met de kenmerkende en essentiële diensten van de lijkbezorger. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de levering van een lijkomhulsel en de levering van rouwkaarten.
Diensten die onderdeel uitmaken van de kenmerkende en essentiële dienst die de lijkbezorger verricht, delen in de vrijstelling. Dat is bijvoorbeeld het geval voor het vervoer van de overledene dat plaatsvindt in het kader van de uitvaart en dat wordt verricht door degene die zich heeft verbonden om de hele uitvaartplechtigheid te verzorgen. Dat is ook het geval bij het vervoer van de overledene naar het mortuarium als dat vervoer plaatsvindt door de lijkbezorger die de verzorging en opbaring van het lichaam op zich heeft genomen.
Lijkbezorgers die de vrijstelling niet hebben toegepast op het hiervóór bedoelde vervoer van een overledene hoeven de hieraan toe te rekenen btw die in het verleden in aftrek is gebracht niet te corrigeren. De teveel over de vervoersdienst voldane btw komt dan ook niet voor teruggaaf in aanmerking. De hier bedoelde lijkbezorgers die de vrijstelling voor deze vervoerdiensten niet hebben toegepast, dienen vanaf 1 januari 2017 de jaarlijkse herziening toe te passen voor zover de herzieningsperiode op de aangeschafte bedrijfsmiddelen nog niet is verstreken. In een voorkomend geval dient de lijkbezorger vanaf 1 januari 2017 de vrijstelling toe te passen op de hier bedoelde vervoersdiensten.
Horeca-verstrekkingen zijn niet kenmerkend en essentieel voor een lijkbezorger; de vrijstelling is op die prestaties niet van toepassing2..
Onbenoemd 2.1 Diensten door exploitanten van begraafplaatsen en crematoria
Voetnoten
HR 27 januari 2006, ECLI:NL:HR:2006:AS4122 en AS 4123
HR 23 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BK0916