NJB 2012/666
HR, 28-02-2012, nr. S 10/03772 M
HR 28-02-2012, ECLI:NL:HR:2012:BR2342
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 februari 2012
- Magistraten
Mrs. Van Schendel, De Hullu, Splinter-van Kan, Groos en Buruma
- Zaaknummer
S 10/03772 M
- Conclusie
A-G Hofstee
- LJN
BR2342
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BR2342, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑02‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑10‑2010
- Wetingang
Essentie
De verdachte had geruime tijd en had in dit geval zeker niet een maar korte tijd om zich te beraden om te besluiten zijn daad te verrichten. De Hoge Raad zet uiteen – en gaat daarbij in zekere zin om – dat voorbedachte raad als bedoeld in art. 289 Sr niet alleen altijd met (korte) tijd te maken heeft; de vaststelling dat de verdachte voldoende tijd had om zich te beraden behoeft de rechter niet altijd ervan te weerhouden aan ‘contraindicaties’ een zwaarder gewicht toe te kennen. In deze zaak waren er met een behoorlijke tijd ertussen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.