NJ 2019/28
Depositogarantiestelsels. Begrip ‘niet-beschikbaar deposito’. Aansprakelijkheid van een lidstaat voor door particulieren geleden schade als gevolg van schendingen van het Unierecht. Voldoende gekwalificeerde schending van het Unierecht. Procedurele autonomie van de lidstaten. Beginsel van loyale samenwerking. Gelijkwaardigheidsbeginsel en doeltreffendheidsbeginsel.
HvJ EU 04-10-2018, ECLI:EU:C:2018:807, m.nt. V.P.G. de Serière (Kantarev)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
4 oktober 2018
- Magistraten
J.L. da Cruz Vilaça, E. Levits, A. Borg Barthet, M. Berger, F. Biltgen
- Zaaknummer
C-571/16
- Conclusie
A-G J. Kokott
- Noot
V.P.G. de Serière
- Roepnaam
Kantarev
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS111011:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Rechtsbescherming
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2018:807, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 04‑10‑2018
ECLI:EU:C:2018:412, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 07‑06‑2018
- Wetingang
Art. 4 lid 3 VEU; art. 1 punt 3 onder i) en art. 10 lid 1 Richtlijn 94/19/EG
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad Varna (bestuursrechter in eerste aanleg Varna, Bulgarije), bij beslissing van 4 november 2016.
Depositogarantiestelsels. Begrip ‘niet-beschikbaar deposito’. Aansprakelijkheid van een lidstaat voor door particulieren geleden schade als gevolg van schendingen van het Unierecht. Voldoende gekwalificeerde schending van het Unierecht. Procedurele autonomie van de lidstaten. Beginsel van loyale samenwerking. Gelijkwaardigheidsbeginsel en doeltreffendheidsbeginsel.
Samenvatting
- 1.
Art. 1 punt 3 en art. 10 lid 1 richtlijn 94/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 inzake de depositogarantiestelsels, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2009/14/EG van het Europees Parlement ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.