FJR 2019/74.6
Kroniek IPR/internationaal familierecht, zie FJR 2019/74
HR 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2384
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 december 2018
- Zaaknummer
18/00406
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2384, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1432, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑01‑2018
Essentie
Kroniek IPR/internationaal familierecht, zie FJR 2019/74
Partij(en)
21 december 2018
Eerste Kamer
18/00406
TT/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[de man],wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie, verweerder in het (deels voorwaardelijk) incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. M.E. Bruning,
t e g e n
[de vrouw],wonende te [woonplaats], Oostenrijk,
VERWEERSTER in cassatie, verzoekster in het (deels voorwaardelijk) incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. J. den Hoed.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.