NJB 2022/2387
Omkeringsregel. Een aannemer verzuimt het overeengekomen slot met antitrekbeveiliging op de achterdeur van een woning aan te brengen. Een inbreker komt binnen via de achterdeur. De bewoner spreekt de aannemer aan op de schade. Het hof wijst de vordering af. Hoge Raad: Het hof heeft geoordeeld dat de bewoner niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de inbreker zich door een slot met antitrekbeveiliging zou hebben laten weerhouden. Het oordeel van het hof dat het niet aan toepassing van de omkeringsregel toekomt, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, K. Teuben
- Zaaknummer
21/03449
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1434, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:442, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑05‑2022
- Wetingang
(art. 6:162 BW)
Essentie
Omkeringsregel. Een aannemer verzuimt het overeengekomen slot met antitrekbeveiliging op de achterdeur van een woning aan te brengen. Een inbreker komt binnen via de achterdeur. De bewoner spreekt de aannemer aan op de schade. Het hof wijst de vordering af. Hoge Raad: Het hof heeft geoordeeld dat de bewoner niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de inbreker zich door een slot met antitrekbeveiliging zou hebben laten weerhouden. Het oordeel van het hof dat het niet aan toepassing van de omkeringsregel toekomt, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
Partij(en)
A, adv. mr. K. Aantjes, ...