Rb. Noord-Holland, 12-01-2023, nr. 10197792 \ CV EXPL 22-4064
ECLI:NL:RBNHO:2023:474
- Instantie
Rechtbank Noord-Holland
- Datum
12-01-2023
- Zaaknummer
10197792 \ CV EXPL 22-4064
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBNHO:2023:474, Uitspraak, Rechtbank Noord-Holland, 12‑01‑2023; (Bodemzaak)
Uitspraak 12‑01‑2023
Inhoudsindicatie
Overeenkomst tussen een handelaar en een consument. Ambtshalve toetsing aan de (pre)contractuele informatieplichten. De eisende partij heeft niet voldaan aan de verplichting van artikel 6:230v lid 3 BW.
Partij(en)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 10197792 \ CV EXPL 22-4064
Uitspraakdatum: 12 januari 2023
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Innova Energie B.V.
gevestigd te Delft en kantoorhoudende te ’s-Gravenhage
de eisende partij
gemachtigde: gerechtsdeurwaarder B.E.J. Caminada
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats], gemeente [gemeente]
de gedaagde partij
niet verschenen
1. Het procesverloop
1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.
2. De beoordeling
2.1.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
2.2.
Artikel 6:230v lid 3 BW is toegesneden op overeenkomsten die op elektronische wijze worden gesloten, zoals de onderhavige overeenkomst. In dit artikellid is als bijzondere verplichting bepaald dat de handelaar het elektronische bestelproces zo moet inrichten dat de consument een aanbod pas kan aanvaarden als hem op niet voor misverstand vatbare wijze duidelijk is gemaakt dat zijn bestelling een betalingsverplichting inhoudt.
2.3.
Om te beoordelen of de handelaar aan deze verplichting heeft voldaan, moet alleen rekening worden gehouden met de woorden op de bestelknop waarmee de consument het bestelproces afrondt. Zie het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 7 april 2022 (ECLI:EU:C:2022:269).
2.4.
Uit de toelichting en stukken blijkt dat op de bestelknop die de eisende partij hanteert, de woorden “Verzenden” staat. Daarmee is naar het oordeel van de kantonrechter geen duidelijke mededeling gedaan dat de consument met het aanklikken van die knop een betalingsverplichting aangaat. Dat boven de knop de zinsnede “Met deze aanvraag ga je een overeenkomst met betalingsverplichting met Innova Energie aan en accepteer je de voorwaarden” (en dat hiermee is voldaan aan artikel 6:230v lid 3 BW), maakt het oordeel niet anders. Er mag immers geen acht worden geslagen op de verdere omstandigheden van het bestelproces. De eisende partij heeft dan ook niet voldaan aan de verplichting van artikel 6:230v lid 3 BW. Als gevolg daarvan is de overeenkomst vernietigbaar.
2.5.
De overeenkomst wordt vernietigd voor wat betreft de betalingsverplichting van de gedaagde partij. Immers, op grond van artikel 8 lid 2 van de Richtlijn consumentenrechten (Richtlijn 2011/83/EU) is (alleen) de consument niet gebonden aan de overeenkomst of bestelling als de bestelknop niet volstaat. De gedaagde partij is de gevorderde hoofdsom daarom niet verschuldigd. De eisende partij zal niet meer in de gelegenheid worden gesteld om te reageren op deze gedeeltelijke vernietiging. Het gebrek aan de bestelknop kan namelijk niet worden gerepareerd en de kantonrechter ziet geen ruimte voor een andere sanctie. Aan ambtshalve toetsing van de overige (pre)contractuele informatieplichten komt de kantonrechter niet toe.
2.6.
Anders dan de eisende partij wenst ziet de kantonrechter geen aanleiding voor een ander oordeel vanwege het vonnis van 20 oktober 2022 van de rechtbank Noord-Holland met kenmerk 9790797 / CV EXPL 22-1264. Daarin heeft de kantonrechter ook ambtshalve getoetst aan het dwingend consumentenrecht en geconcludeerd dat die toets geen aanleiding geeft de vordering af te wijzen. Volgens de eisende partij is deze zaak daarmee vergelijkbaar en kan de vordering daarom niet worden afgewezen. De kantonrechter volgt die stelling niet. Anders dan de eisende partij kennelijk meent, heeft die uitspraak geen gezag van gewijsde tussen de eisende partij en deze gedaagde partij.
2.7.
De eisende partij vordert subsidiair en meer subsidiair een bedrag van € 243,91 op grond van onverschuldigde betaling, omdat zij onverschuldigd energie aan de gedaagde partij heeft geleverd. Hierbij heeft de eisende partij toegelicht dat de sanctie zoals genoemd in het Fuhrmann-arrest en artikel 6:230v lid 3 BW bestaat uit het vernietigen van de overeenkomst. De vernietiging van de overeenkomst heeft terugwerkende kracht. Dit betekent dat Innova heeft geleverd zonder rechtsgrond, aldus de eisende partij. De kantonrechter volgt deze stelling niet. De overeenkomst wordt (slechts) vernietigd voor wat betreft de betalingsverplichting van de gedaagde partij. Daar komt bij dat het bestaan van een overeenkomst tussen partijen vaststaat, zodat de voorwaarde voor de hiervoor genoemde stelling niet vervuld is en bovendien geen sprake kan zijn van onverschuldigde betaling.
2.8.
Resumerend wordt de vordering afgewezen, waarbij overigens wordt opgemerkt dat de eisende partij haar verplichtingen uit de overeenkomst nog wel moet nakomen.
2.9.
De proceskosten komen voor rekening van de eisende partij, omdat zij ongelijk krijgt. Deze worden aan de kant van de gedaagde partij tot en met vandaag vastgesteld op nihil.
3. De beslissing
De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt de eisende partij tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de gedaagde partij worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter