RFR 2016/55
Kinderalimentatie. Mag aan het feit dat de man onvoldoende inzage heeft gegeven in zijn financiële situatie de conclusie worden verbonden dat hij voldoende draagkracht heeft? Wat is rol van art. 21 Rv?
HR 29-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:154
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 januari 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak en T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/01698
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923288:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Alimentatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:154, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2216, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑04‑2015
- Wetingang
Art. 1:401 BW; art. 21 Rv
Essentie
Kinderalimentatie. Draagkracht.
Mocht het hof aan het oordeel dat de man onvoldoende inzage in zijn financiële situatie heeft gegeven, de conclusie verbinden dat de man voldoende draagkracht heeft om de door de rechtbank vastgestelde bijdrage te betalen?
Samenvatting
In 2013 deed de man een verzoek tot nihilstelling ten aanzien van de door hem voor de twee jongste kinderen te betalen kinderalimentatie. Het oudste kind van partijen was op dat moment reeds meerderjarig. De man legde aan zijn verzoek ten grondslag dat hij sterk verminderde inkomsten heeft en dat bovendien rekening gehouden moet worden met het feit dat hij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.