Regeling geluidemissie buitenmaterieel
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 15-04-2006. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 03-01-2006
- Bronpublicatie:
03-04-2006, Stcrt. 2006, 74 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: LMV200651319)
- Inwerkingtreding
15-04-2006, terugwerkend tot: 03-01-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-04-2006, Stcrt. 2006, 74 (uitgifte: 01-01-2006, regelingnummer: LMV200651319)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Milieurecht / Geluid en trillingen
Omgevingsrecht / Milieu
1.
De fabrikant komt de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitssysteem na en zorgt ervoor dat het kwaliteitssysteem adequaat en doeltreffend blijft.
2.
De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde houdt de keuringsinstantie die het kwaliteitssysteem heeft goedgekeurd, op de hoogte van elke voorgenomen wijziging van het kwaliteitssysteem.
3.
De keuringsinstantie beoordeelt de voorgenomen wijzigingen en beslist of het gewijzigde kwaliteitssysteem voldoet aan de in bijlage VIII, punt 3.2, van richtlijn 2000/14 bedoelde eisen dan wel of een nieuwe beoordeling noodzakelijk is. Zij stelt de fabrikant van haar beslissing in kennis. De kennisgeving bevat de conclusies van het onderzoek en het met redenen omklede beoordelingsbesluit.
4.
Onder verantwoordelijkheid van de keuringsinstantie vindt overeenkomstig bijlage VIII, punt 4, van richtlijn 2000/14 toezicht op het goedgekeurde kwaliteitssysteem plaats.
5.
De fabrikant verleent de keuringsinstantie voor inspectiedoeleinden toegang tot de ontwerp-, fabricage-, keurings-, beproevings- en opslagruimten en verstrekt haar alle nodige informatie, waaronder in ieder geval:
- a.
de documentatie over het kwaliteitssysteem;
- b.
de kwaliteitsrapporten die in het kader van het ontwerp-gedeelte van het kwaliteitssysteem zijn opgemaakt, zoals resultaten van analyses, berekeningen en beproevingen;
- c.
de kwaliteitsrapporten die in het kader van het fabricagegedeelte van het kwaliteitssysteem zijn opgemaakt, zoals keuringsverslagen, beproevingsgegevens, ijkgegevens en rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel.
6.
De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde bewaart tien jaar lang nadat het materieel voor het laatst geproduceerd werd een exemplaar van de EG-verklaring van overeenstemming tezamen met de technische informatie overeenkomstig bijlage VIII, punten 3.1 en 3.3 van richtlijn 2000/14, alsmede de in het derde lid en in bijlage VIII, punt 4.3 en punt 4.4 van richtlijn 2000/14 bedoelde verslagen van de keuringsinstantie.
7.
De keuringsinstantie die de overeenstemmingsbeoordelingsprocedure heeft uitgevoerd, stelt de andere bij de Europese Commissie aangemelde keuringsinstanties in kennis van de afgifte en intrekking van kwaliteitssysteemgoedkeuringen.