Exhibitievordering. Wanneer is de vordering voor inzage in een procesdossier voldoende bepaald?

Appellant en geïntimeerden hebben met elkaar een overeenkomst gesloten strekkende tot de verkoop en levering van fosfaatrechten door geïntimeerden. Appellant handelde daarbij in opdracht van twee niet bij naam genoemde derden/kopers. In eerste aanleg heeft appellant de levering van de fosfaatrechten tegen betaling van de overeengekomen prijs gevorderd. De rechtbank verklaarde appellant niet-ontvankelijk, omdat uitvoering van het gevorderde onmogelijk zou zijn. Levering van fosfaatrechten aan appellant was namelijk niet mogelijk omdat hij niet als landbouwer is geregistreerd bij de Rijksdienst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.Verder lezen?