NJF 2021/184
Matiging contractuele boete na verwijzing. Falend beroep op derogerende werking.
Hof Amsterdam 28-07-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:2114
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
28 juli 2020
- Magistraten
Mrs. A.C. Faber, M.P. van Achterberg, G.C.C. Lewin
- Zaaknummer
200.258.818/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2020:2114, Uitspraak, Hof Amsterdam, 28‑07‑2020
- Wetingang
Essentie
Matiging contractuele boete na verwijzing. Falend beroep op derogerende werking.
Samenvatting
Vervolg op Hoge Raad, 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1783, RvdW 2018/1032. Door de Hoge Raad werd een arrest van het gerechtshof vernietigd omdat onvoldoende gemotiveerd werd waarom een beroep op een overeengekomen boetebeding onaanvaardbaar was. Verder vernietigde de Hoge Raad het arrest omdat wettelijke handelsrente werd toegewezen. Het verwijzingshof legt het betoog van (oorspronkelijk) gedaagde uit en leidt daaruit af dat zowel een beroep werd gedaan op onaanvaardbaarheid van het boetebeding als op matiging daarvan. Met betrekking tot de derogerende werking van de redelijkheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.