Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.1b.1 [Definities m.b.t. wijze van keuren]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2017
- Bronpublicatie:
16-03-2017, Stcrt. 2017, 15087 (uitgifte: 24-03-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2016/311749)
- Inwerkingtreding
01-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-2017, Stcrt. 2017, 15087 (uitgifte: 24-03-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2016/311749)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Met betrekking tot de in dit hoofdstuk opgenomen eisen en de wijze van keuren daarvan, wordt verstaan onder:
- a.
bedrijfstemperatuur: temperatuur van een motor na ongeveer vijftien minuten functioneren onder normale bedrijfsomstandigheden;
- b.
stationair toerental: toerental van de draaiende motor, waarbij:
- 1°
de koudstartinrichting of het handgas niet is ingeschakeld;
- 2°
het gaspedaal of het handgas en het koppelingspedaal in ruststand zijn;
- 3°
de keuzehendel van de versnellingsbak in de neutrale stand staat bij een niet- of halfautomatische versnellingsbak dan wel in de parkeerstand of in de neutrale stand bij een volautomatische versnellingsbak;
- 4°
lampen en andere stroomverbruikers niet zijn ingeschakeld, met uitzondering van lampen die bij het starten automatisch gaan branden; en
- 5°
geen hydraulische functies actief zijn;
- c.
controleapparaat: controleapparaat als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PbEU 2014, L 60).