JOR 2009/192
Enquêterecht, KPNQwest, faillissement, onderzoekskosten
HR 26-06-2009, ECLI:NL:HR:2009:BD5516
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 juni 2009
- Zaaknummer
R07/068HR
- LJN
BD5516
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BD5516, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BD5516, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑06‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑03‑2007
- Wetingang
Essentie
Enquête bij failliete rechtspersoon mogelijk
Samenvatting
Dit arrest betreft de enquêteprocedure rond KPNQwest en bevat twee klachten: volgens verzoekers heeft de Ondernemingskamer miskend dat (i) een enquête niet kan worden bevolen met het (uitsluitende) doel opening van zaken te verkrijgen en/of vast te stellen bij wie de verantwoordelijkheid berust voor mogelijk blijkend wanbeleid en/of (ii) dat een enquêteprocedure geen betrekking kan hebben op een failliete rechtspersoon.
De Hoge Raad overweegt dat de aan de Ondernemingskamer gegeven bevoegdheid om een enquête te bevelen een discretionaire bevoegdheid is. Bij de uitoefening daarvan dient een afweging van de betrokken belangen plaats ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.