RvdW 2020/1213
Opzettelijk aanwezig hebben sealbags met amfetamine (art. 2.C Opiumwet) en voorhanden hebben wapen en munitie categorie III (art. 26 lid 1 WWM). Bewijsklachten over bewustheid aanwezigheid wapen en munitie in woning van verdachte en het opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 10-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1737
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 november 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/00820
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1737, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:1042, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑09‑2020
Essentie
Opzettelijk aanwezig hebben sealbags met amfetamine (art. 2.C Opiumwet) en voorhanden hebben wapen en munitie categorie III (art. 26 lid 1 WWM). Bewijsklachten over bewustheid aanwezigheid wapen en munitie in woning van verdachte en het opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/00820
Datum 10 november 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 12 februari 2019, nummer 23-002127-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.