NJB 2023/1170
Bestuurdersaansprakelijkheid voor boedeltekort na faillissement. Matiging. Hoge Raad: Matigingsgronden. Limitatief. De gronden voor vermindering van het bedrag waarvoor de bestuurders aansprakelijk zijn, zijn limitatief opgesomd in de wet. Niet juist is de opvatting dat matiging als hoofdregel slechts mogelijk is in gevallen waarin het boedeltekort groter is dan de schade die door het onbehoorlijke bestuur is veroorzaakt.
HR 21-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:635
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 april 2023
- Magistraten
Mrs. A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/00221
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:635, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1136, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑03‑2022
- Wetingang
(art. 2:248 lid 4 BW)
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid voor boedeltekort na faillissement. Matiging. Hoge Raad: Matigingsgronden. Limitatief. De gronden voor vermindering van het bedrag waarvoor de bestuurders aansprakelijk zijn, zijn limitatief opgesomd in de wet. Niet juist is de opvatting dat matiging als hoofdregel slechts mogelijk is in gevallen waarin het boedeltekort groter is dan de schade die door het onbehoorlijke bestuur is veroorzaakt.
Partij(en)
R.J.R.M. de Bok q.q., curator in de faillissementen van vennootschappen behorende tot de D-groep, adv. mrs. M.W. Scheltema en J.W. de Jong, tegen bestuurder 1, adv. mr. J. van der Beek en de erfgenamen van bestuurder 2, niet verschenen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.