NJB 2013/894
Wet Bopz. Stoornis van de geestvermogens. Geen rechtsregel brengt mee dat een stoornis van de geestvermogens in de zin van de Wet Bopz slechts kan worden aangenomen indien die is omschreven in de DSM IV
HR 12-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1477
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 2013
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion en G. de Groot
- Zaaknummer
13/00256
- LJN
BZ1477
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BZ1477, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑04‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BZ1477, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑04‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑01‑2013
- Wetingang
(Wet Bopz art. 1 lid 1 aanhef en onder d)
Essentie
Wet Bopz. Stoornis van de geestvermogens. Geen rechtsregel brengt mee dat een stoornis van de geestvermogens in de zin van de Wet Bopz slechts kan worden aangenomen indien die is omschreven in de DSM IV
Partij(en)
Verzoeker, adv. mr. G.E.M. Later, vs. de officier van justitie, niet verschenen
Uitspraak
Procesverloop
Op verzoek van de officier van justitie heeft de rechtbank een voorlopige machtiging verleend tot opname en verblijf van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis.
Hoge Raad
Onderdeel 1 klaagt dat de rechtbank ten onrechte een stoornis van de geestvermogens heeft aangenomen. De klacht faalt. Voor de toepassing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.