NJB 2019/850

Effectenlease. Waiver-procedure. In een door Dexia tegen een afnemer van een effectenleaseproduct aangespannen geding verklaart het hof voor recht dat Dexia niets meer aan de afnemer verschuldigd is.Hoge Raad: 1. Belang. Het belang van Dexia om een einde te maken aan onzekerheid, is in beginsel een voldoende belang. Dat het hof het hier tegenover gestelde belang van de afnemer om de ontwikkelingen in de rechtspraak te kunnen afwachten, van onvoldoende gewicht heeft geacht, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. 2. Bewijslastverdeling. De stelplicht en bewijslast met betrekking tot de stelling die aan een gevorderde verklaring voor recht ten grondslag ligt, rusten op degene die de verklaring vordert. Dat heeft het hof niet miskend. Zijn oordeel komt erop neer dat de betwistingen onvoldoende onderbouwd zijn. 3. Advisering. Indien een belegger jegens Dexia belangstelling heeft getoond – al dan niet na te zijn benaderd door middel van cold calling –, waarna adviseurs van Dexia hem hebben geadviseerd om effectenleaseproducten van Dexia af te nemen, is dat onvoldoende om af te wijken van het hofmodel. 4. Buitengerechtelijke kosten. Het hof heeft niet zonder meer kunnen oordelen dat de afnemer geen aanspraak heeft op vergoeding van kosten van buitengerechtelijke werkzaamheden voor zover deze zijn verricht met het oog op het verkrijgen van een hogere vergoeding dan waarop hij recht blijkt te hebben. Dit leidt niet tot cassatie. Na verwijzing is geen ander oordeel mogelijk dan dat de afnemer onvoldoende heeft gesteld ter onderbouwing van zijn aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke kosten