Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.7.29 [Stuurinrichting]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
15-12-2020, Stcrt. 2020, 64644 (uitgifte: 21-12-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/240562)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2020, Stcrt. 2020, 64644 (uitgifte: 21-12-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/240562)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van Keuren | |
---|---|---|
1. | Motorrijtuigen met beperkte snelheid moeten zijn voorzien van een deugdelijke stuurinrichting. | Leden 1 tot en met 3: visuele controle. |
2. | De bestuurde wielen van motorrijtuigen met beperkte snelheid moeten goed reageren op de draaiing van het stuurwiel. | |
3. | De stuurinrichting mag niet zijn voorzien van een elektrische overbrenging dan wel een uitsluitend pneumatische overbrenging. | |
4. | Bij draaiing van het stuurwiel tot aan de aanslagen mogen geen weerstanden voelbaar zijn en moeten de wielen onderscheidenlijk de banden vrij kunnen draaien. | Visuele controle, waarbij de stuurbekrachtiging buiten werking is gesteld. De bestuurde wielen worden naar de uiterste linker- en rechterstuurstand bewogen waarbij de bestuurde wielen gedeeltelijk mogen worden ontlast. |
5. | De voor de overbrenging van de stuurbeweging bestemde onderdelen moeten deugdelijk zijn bevestigd met alle daarvoor bestemde bevestigings- en borgmiddelen, mogen geen breuken of scheuren vertonen, mogen niet zijn vervormd en mogen niet ernstig door corrosie zijn aangetast. | Visuele controle. Het stuurwiel wordt met krachtige korte bewegingen naar links en naar rechts gedraaid, waarbij de massa van motorrijtuigen met beperkte snelheid op de wielen rust. |
6. | Koppelingen moeten een zichtbaar spelingsvrije overbrenging kunnen bewerkstelligen. | Leden 6 en 7: visuele controle. |
7. | Flexibele koppelingen mogen niet in ernstige mate zijn gescheurd. | |
8. | De verbindingen in het stangenstelsel mogen niet te veel speling vertonen. Hierbij is het bepaalde in bijlage VIII, artikel 52, van toepassing. | Visuele controle. In geval van twijfel wordt de speling gemeten met een geschikt meetmiddel. |
9. | De stuurbekrachtiger moet goed functioneren. | Voor de controle van de stuurbekrachtiger wordt bij uitgeschakelde motor het stuurwiel naar links en rechts bewogen. Vervolgens wordt met draaiende motor het stuurwiel opnieuw naar links en rechts bewogen, hierbij moet de werking van de stuurbekrachtiger voelbaar zijn. |
10. | Slangen ten behoeve van de stuurbekrachtiger mogen geen beschadigingen vertonen waarbij het wapeningsmateriaal zichtbaar is en mogen geen bewegende delen raken. | Leden 10 en 11: visuele controle. |
11. | Stofhoezen van het stuurhuis en de stuurkogels moeten deugdelijk zijn bevestigd en mogen niet zodanig zijn beschadigd dat de hoezen niet meer afdichten. |