Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 155 Verzekeringsondernemingen die niet aan de wettelijke voorschriften voldoen
Geldend
Geldend vanaf 23-05-2014
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2016.
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Inwerkingtreding
23-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 153 (uitgifte: 22-05-2014, regelingnummer: 2014/51/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de toezichthoudende autoriteiten van een lidstaat van ontvangst vaststellen dat een verzekeringsonderneming die een bijkantoor op het grondgebied van deze lidstaat heeft of daar in het kader van het vrij verrichten van diensten werkzaam is, zich niet houdt aan de rechtsvoorschriften die in deze lidstaat op haar van toepassing zijn, verzoeken zij de betrokken verzekeringsonderneming een einde te maken aan deze onregelmatigheid.
2.
Indien de betrokken verzekeringsonderneming niet het nodige doet, stellen de toezichthoudende autoriteiten van de betrokken lidstaat de toezichthoudende autoriteiten van de lidstaat van herkomst daarvan in kennis.
Deze toezichthoudende autoriteiten van de lidstaat van herkomst treffen onverwijld alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de betrokken verzekeringsonderneming een einde maakt aan de onregelmatigheid.
De toezichthoudende autoriteiten van de lidstaat van herkomst brengen de toezichthoudende autoriteiten van de lidstaat van ontvangst op de hoogte van de getroffen maatregelen.
3.
Indien de verzekeringsonderneming ondanks de door de lidstaat van herkomst getroffen maatregelen of omdat die maatregelen ontoereikend blijken te zijn of in het geheel niet worden getroffen in die lidstaat, inbreuk blijft maken op de in de lidstaat van ontvangst geldende wettelijke voorschriften, kunnen de toezichthoudende autoriteiten van de lidstaat van ontvangst, na de toezichthoudende autoriteiten van de lidstaat van herkomst daarvan op de hoogte te hebben gebracht, passende maatregelen nemen om verdere onregelmatigheden te voorkomen of te sanctioneren met inbegrip van, voor zover zulks volstrekt noodzakelijk is, het de onderneming beletten op het grondgebied van de lidstaat van ontvangst nog nieuwe verzekeringsovereenkomsten te sluiten.
Voorts mag de toezichthoudende autoriteit van de lidstaat van herkomst of de lidstaat van ontvangst de zaak overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 naar de EIOPA doorverwijzen en om haar bijstand verzoeken. In dat geval mag de EIOPA handelen overeenkomstig de haar bij dat artikel toegekende bevoegdheden.
De lidstaten zorgen ervoor dat de voor dergelijke maatregelen noodzakelijke kennisgevingen op hun grondgebied aan de verzekeringsondernemingen kunnen worden betekend.
4.
De leden 1, 2 en 3 laten de bevoegdheid van de betrokken lidstaten onverlet om passende noodmaatregelen te treffen om onregelmatigheden op hun grondgebied te voorkomen en te sanctioneren. Zo kunnen zij onder meer een verzekeringsonderneming beletten op hun grondgebied nog nieuwe verzekeringsovereenkomsten te sluiten.
5.
De leden 1, 2 en 3 laten de bevoegdheid van de lidstaten onverlet om inbreuken op hun grondgebied te bestraffen.
6.
Indien de verzekeringsonderneming die een inbreuk heeft gepleegd, in de betrokken lidstaat een vestiging heeft of er goederen bezit, kunnen de toezichthoudende autoriteiten van deze lidstaat, overeenkomstig de nationale wetgeving, de voor deze inbreuk vastgestelde nationale administratieve sancties ten uitvoer leggen ten aanzien van deze vestiging of deze goederen.
7.
Een op grond van de leden 2 tot en met 6 genomen maatregel die beperkingen van de uitoefening van het verzekeringsbedrijf inhoudt, moet met redenen worden omkleed en ter kennis van de betrokken verzekeringsonderneming worden gebracht.
8.
Een verzekeringsonderneming legt aan de toezichthoudende autoriteiten van de lidstaat van ontvangst op hun verzoek alle voor de toepassing van de leden 1 tot en met 7 gevraagde documenten over, voor zover ook verzekeringsondernemingen met hoofdkantoor in deze lidstaat daartoe zijn gehouden.
9.
De lidstaten verstrekken de Commissie en de EIOPA informatie over het aantal en de aard van de gevallen die hebben geleid tot een weigering in de zin van artikel 146 en artikel 148 waarin maatregelen zijn genomen overeenkomstig de leden 3 en 4 van dit artikel.