Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 148 Kennisgeving door de lidstaat van herkomst
Geldend
Geldend vanaf 06-01-2010
- Bronpublicatie:
25-11-2009, PbEU 2009, L 335 (uitgifte: 17-12-2009, regelingnummer: 2009/138/EG)
- Inwerkingtreding
06-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2009, PbEU 2009, L 335 (uitgifte: 17-12-2009, regelingnummer: 2009/138/EG)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De toezichthoudende autoriteiten van de lidstaat van herkomst doen binnen één maand na de in artikel 147 bedoelde kennisgeving de lidstaat of lidstaten op het grondgebied waarvan een verzekeringsonderneming voornemens is in het kader van het vrij verrichten van diensten werkzaamheden uit te oefenen, de volgende informatie toekomen:
- a)
een verklaring waaruit blijkt dat de verzekeringsonderneming het solvabiliteitskapitaalvereiste en het minimumkapitaalvereiste dekt zoals berekend overeenkomstig de artikelen 100 en 129;
- b)
de verzekeringsbranches die de verzekeringsonderneming mag uitoefenen;
- c)
de aard van de risico's of verbintenissen die de verzekeringsonderneming voornemens is aan te gaan in de lidstaat van ontvangst.
De toezichthoudende autoriteiten van de lidstaat van herkomst stelt, tegelijkertijd de betrokken verzekeringsonderneming in kennis van die mededeling.
2.
De lidstaten op wier grondgebied een schadeverzekeringsonderneming voornemens is, in het kader van het vrij verrichten van diensten, de in branche 10 in deel A van bijlage I ingedeelde risico's te dekken, met uitzondering van de wettelijke aansprakelijkheid van de vervoerder, mogen eisen dat de verzekeringsonderneming het volgende toezendt:
- a)
naam en adres van de vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 18, lid 1, onder h);
- b)
een verklaring waarin staat dat zij is toegetreden tot het nationale bureau en het nationale garantiefonds van de lidstaat van ontvangst.
3.
Wanneer de toezichthoudende autoriteiten van de lidstaat van herkomst de in lid 1 bedoelde informatie niet meedelen binnen de daarin gestelde termijn, delen zij de redenen van deze weigering binnen diezelfde termijn aan de verzekeringsonderneming mee.
Tegen deze weigering of het uitblijven van een antwoord staat beroep open bij de rechter in de lidstaat van herkomst.
4.
De verzekeringsonderneming mag haar werkzaamheden aanvangen vanaf de datum waarop haar bericht is gegeven van de in lid 1, eerste alinea, bedoelde mededeling.