JAR 2010/124
Matiging loonvordering slecht gemotiveerd
HR 16-04-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1532 (Abbès/Balder)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 april 2010
- Magistraten
mrs. Beukenhorst, de Savornin-Lohman, van Buchem-Spapens, van Schendel, Bakels
- Zaaknummer
08/04071
- LJN
BL1532
- Roepnaam
Abbès/Balder
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL1532, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑04‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL1532, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑08‑2008
- Wetingang
BW art. 7:677, 7:680a
Essentie
Werknemer wordt op staande voet ontslagen en vraagt de rechter zich daarover uit te laten. De kantonrechter vernietigd het ontslag omdat de opgevoerde dringende reden onvoldoende aanleiding voor het ontslag vormde. De loonvordering van werknemer wordt toegewezen. Werkgever gaat in hoger beroep en het hof matigt de loonvordering omdat het onevenredigheid ziet tussen de duur van het dienstverband en de hoogte van de loondoorbetalingsplicht. Werknemer stelt cassatie in.
Hoge Raad: Het hof heeft ontoereikend gemotiveerd waarom de geconstateerde verhouding tussen de gewerkte periode voor het ontslag en de duur van de ongewijzigde loondoorbetalingsverplichting tot onaanvaardbare resultaten zou leiden. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.