Einde inhoudsopgave
Wet op het Kroondomein
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1971
- Bronpublicatie:
16-03-1971, Stb. 1971, 159 (uitgifte: 08-04-1971, kamerstukken: 10686 )
- Inwerkingtreding
01-01-1971
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-03-1971, Stb. 1971, 159 (uitgifte: 08-04-1971, kamerstukken: 10686 )
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Bijzondere onderwerpen
1.
De rentmeester stelt jaarlijks een begroting voor het domein voor het eerstvolgende kalenderjaar op. Hij zendt deze voor 1 oktober van elk jaar, de eerste maal vergezeld van een openingsbalans, aan de Raad. De Raad draagt haar, zo hij daartoe aanleiding vindt gewijzigd, aan de Kroondrager ter goedkeuring voor.
2.
Zo nodig kan de rentmeester een aanvullende begroting opstellen; het bepaalde in het eerste lid is daarop voorzover mogelijk van toepassing.
3.
Na het einde van elk kalenderjaar stelt de rentmeester de rekening van het domein samen. Hij zendt deze, voorzien van een toelichting en van een verslag van een registeraccountant, aangewezen door de Kroondrager, aan de Raad. Deze draagt haar onder bijvoeging van de genoemde stukken onder mededeling van zijn bevindingen aan de Kroondrager ter goedkeuring voor.
4.
De Kroondrager geeft, gehoord de Raad, voorschriften omtrent de inrichting en de uitvoering van de begroting, alsmede omtrent de inrichting van de rekening en van de daarbij behorende toelichting.
5.
De rentmeester stelt periodiek ter kennisneming van de Kroondrager en van de Raad verslagen samen omtrent het gevoerde beheer.