NJ 2015/373
Art. 197 en Terugkeerrichtlijn.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 september 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/02540
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS124086:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Vreemdelingenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2448, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1387, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑10‑2014
- Wetingang
Art. 197 Sr; Art. 2 lid 1 Terugkeerrichtlijn (Richtlijn 2008/115)
Essentie
Het uitgangspunt dat in een geval als in casu, waarin verdachte tijdens zijn berechting ter zake art. 197 Sr reeds is uitgezet naar Marokko, de Terugkeerrichtlijn aan de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in de weg kan staan, is onjuist. De Terugkeerrichtlijn en de daarop gegronde rechtspraak van de HR hebben alleen betrekking op de vreemdeling die ten tijde van het onderzoek ter terechtzitting illegaal verblijft in Nederland. Van doorkruising van de doelstelling van de Richtlijn — een doeltreffend beleid van verwijdering en terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen naar het land van ...