Einde inhoudsopgave
Leidraad Invordering 2008
36.5.9 Beoordeling van de melding betalingsonmacht — 1e fase
Geldend
Geldend vanaf 03-07-2012. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
27-06-2012, Stcrt. 2012, 13576 (uitgifte: 03-07-2012, regelingnummer: BLKB2012/1062M)
- Inwerkingtreding
03-07-2012, terugwerkend tot: 01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2012, Stcrt. 2012, 13576 (uitgifte: 03-07-2012, regelingnummer: BLKB2012/1062M)
- Vakgebied(en)
Invordering (V)
Bij de melding van de betalingsonmacht (in de eerste fase) kunnen zich de volgende situaties voordoen:
- 1.
De melding is niet tijdig gedaan.
In dat geval merkt de ontvanger bij beschikking de melding aan als niet rechtsgeldig. Deze beschikking wordt binnen acht weken na ontvangst van de melding bekendgemaakt onder vermelding van het feit dat de melding niet tijdig is gedaan.
- 2.
De melding is tijdig, maar onvolledig gedaan.
De ontvanger moet het lichaam in de gelegenheid stellen alsnog binnen veertien dagen de ontbrekende informatie te verschaffen. Daarbij moet de ontvanger er altijd op wijzen dat hij die informatie vraagt in verband met de meldingsregeling als bedoeld in artikel 36 van de wet. Ook moet hij summier aangeven wat die regeling inhoudt, ook als hij er van uit mag gaan dat de belastingschuldige voldoende op de hoogte is met de regeling. Daarnaast moet de ontvanger er op wijzen dat het niet, niet tijdig of onvolledig verstrekken van de ontbrekende informatie tot een niet rechtsgeldige melding leidt met consequenties voor de bewijslastverdeling, als bedoeld in artikel 36, vierde lid, van de wet. Als het lichaam de ontbrekende informatie niet tijdig of onvolledig verstrekt, dan merkt de ontvanger de melding bij beschikking aan als niet rechtsgeldig. De beschikking wordt aan het lichaam binnen acht weken na ontvangst van de melding bekendgemaakt onder opgaaf van redenen.
- 3.
De melding is tijdig en volledig gedaan.
Als sprake is van een tijdige en volledige melding moet de ontvanger beoordelen of er aanleiding bestaat om op grond van artikel 8 van het besluit, het lichaam te verzoeken nadere gegevens en inlichtingen en/of gegevensdragers te verstrekken omtrent de oorzaken van de betalingsonmacht en/of de financiële positie van het lichaam.
- —
Als die aanleiding niet bestaat, dan is sprake van een rechtsgeldige melding. In dat geval merkt de ontvanger bij beschikking de melding aan als rechtsgeldig. Daarbij moet de ontvanger het voorbehoud maken dat de melding alsnog als niet rechtsgeldig wordt aangemerkt als later blijkt dat onjuiste informatie is verstrekt, De beschikking wordt aan het lichaam bekendgemaakt binnen acht weken na het tijdstip waarop de melding tijdig en volledig is gedaan.
- —
Als die aanleiding er wel is, dan gaat de zogenaamde tweede fase in (zie artikel 36.5.11 van deze leidraad).
De ontvanger verzendt in beginsel geen ontvangstbevestiging van de melding.