Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2023/2411 van 18 oktober 2023 betreffende de bescherming van geografische aanduidingen voor ambachtelijke en industriële producten en tot wijziging van de Verordeningen (EU) 2017/1001 en (EU) 2019/1753
Artikel 15 Nationale bezwaarprocedure
Geldend
Geldend vanaf 16-11-2023
- Bronpublicatie:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2411 (uitgifte: 27-10-2023, regelingnummer: 2023/2411)
- Inwerkingtreding
16-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2411 (uitgifte: 27-10-2023, regelingnummer: 2023/2411)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Na het in artikel 14, lid 1, bedoelde onderzoek past de bevoegde autoriteit een nationale bezwaarprocedure toe. Die procedure voorziet in de bekendmaking van de aanvraag en in een termijn van ten minste twee maanden vanaf de datum van bekendmaking waarbinnen elke persoon met een gerechtvaardigd belang die gevestigd of woonachtig is in de lidstaat die belast is met de nationale fase van de registratie of in de lidstaten waarin het betrokken product zijn oorsprong heeft (‘nationale opposant’), een bezwaar tegen de aanvraag kan indienen bij de bevoegde autoriteit. De lidstaten stellen de nadere regels voor die bezwaarprocedure vast.
2.
Indien de bevoegde autoriteit het bezwaar ontvankelijk acht, nodigt zij de nationale opposant en de aanvrager binnen twee maanden na de ontvangst van het bezwaar uit om, gedurende een redelijke periode van niet meer dan drie maanden, overleg te plegen om tot een minnelijke schikking te komen. Op elk moment gedurende die periode kan de bevoegde autoriteit, op gezamenlijk verzoek van de nationale opposant en de aanvrager, die termijn met ten hoogste drie maanden verlengen. De aanvrager stelt de bevoegde autoriteit in kennis van het resultaat van dat overleg, met inbegrip van de eventueel overeengekomen wijzigingen van de aanvraag.
3.
Een bezwaar is gebaseerd op een of meer van de volgende gronden:
- a)
de voorgestelde geografische aanduiding voldoet niet aan de in deze verordening vastgelegde beschermingsvereisten;
- b)
de registratie van de voorgestelde geografische aanduiding is in strijd met artikel 42, artikel 43 of artikel 44, lid 2, of
- c)
de registratie van de voorgestelde geografische aanduiding zou schade toebrengen aan het bestaan van een identieke of soortgelijke naam die wordt gebruikt in het handelsverkeer of van een merk, of aan het bestaan van producten die, te rekenen vanaf de datum van de in lid 1 bedoelde bekendmaking, ten minste vijf jaar legaal op de markt zijn.