NJ 2020/70
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Letselschade. Verhaal werkgever doorbetaald loon (art. 6:107a BW); begrip loon; pensioenpremie; werknemersgedeelte; werkgeversgedeelte.
HR 15-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1784, m.nt. S.D. Lindenbergh
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 november 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/01112
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Noot
S.D. Lindenbergh
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS188434:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1784, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:773, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑07‑2019
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Letselschade. Verhaal werkgever doorbetaald loon (art. 6:107a BW); begrip loon; pensioenpremie; werknemersgedeelte; werkgeversgedeelte.
Samenvatting
Art. 6:107a BW ziet op het loon dat de werkgever op grond van art. 7:629 lid 1 BW of krachtens individuele of collectieve arbeidsovereenkomst tijdens ziekte of arbeidsongeschiktheid moet doorbetalen. Onder dit loon moet worden verstaan de vergoeding die de werkgever voor de bedongen arbeid is verschuldigd aan de werknemer (HR 12 oktober 2001, NJ 2001/635). Het werknemersgedeelte van de pensioenpremie die de werkgever verplicht heeft afgedragen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.