Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 651/2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard
Artikel 56 bis Steun voor regionale luchthavens
Geldend
Geldend van 10-07-2017 tot 01-01-2027
- Bronpublicatie:
14-06-2017, PbEU 2017, L 156 (uitgifte: 20-06-2017, regelingnummer: 2017/1084)
- Inwerkingtreding
10-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2017, PbEU 2017, L 156 (uitgifte: 20-06-2017, regelingnummer: 2017/1084)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Mededingingsrecht / Groepsvrijstellingen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Investeringssteun voor een luchthaven is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in de leden 3 tot en met 14 van dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.
2.
Exploitatiesteun voor een luchthaven is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in de leden 3, 4, 10 en 15 tot en met 18 van dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.
3.
De luchthaven staat open voor alle potentiële gebruikers. In het geval van een fysieke beperking van de capaciteit vindt de toewijzing plaats aan de hand van relevante, objectieve, transparante en niet-discriminerende criteria.
4.
De steun wordt niet toegekend voor de verplaatsing van bestaande luchthavens of de aanleg van een nieuwe passagiersluchthaven, met inbegrip van de ombouw van een bestaand vliegveld tot een passagiersluchthaven.
5.
De betrokken investering gaat niet verder dan hetgeen nodig is voor het opvangen van het verkeersvolume dat, gebaseerd op redelijke prognoses voor verkeersstromen, voor de middellange termijn wordt verwacht.
6.
De investeringssteun wordt niet toegekend aan een luchthaven die gelegen is binnen een afstand van 100 kilometer of een reistijd van 60 minuten met de auto, bus, trein of hogesnelheidstrein vanaf een bestaande luchthaven van waaruit geregelde luchtdiensten in de zin van artikel 2, punt 16, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 worden uitgevoerd.
7.
De leden 5 en 6 zijn niet van toepassing op luchthavens met een jaarlijkse passagiersstroom van maximaal 200 000 passagiers gedurende de twee boekjaren voorafgaand aan het jaar waarin de steun daadwerkelijk wordt toegekend, indien de investeringssteun naar verwachting niet ertoe zal leiden dat de luchthaven daarmee haar gemiddelde jaarlijkse passagiersstroom binnen de twee boekjaren volgend op de toekenning van de steun kan uitbreiden tot meer dan 200 000 passagiers. Aan dit soort luchthavens toegekende investeringssteun voldoet hetzij aan lid 11 hetzij aan de leden 13 en 14.
8.
Lid 6 is niet van toepassing wanneer de investeringssteun wordt toegekend aan een luchthaven die gelegen is binnen een afstand van 100 kilometer van bestaande luchthavens van waaruit geregelde luchtdiensten in de zin van artikel 2, punt 16, van Verordening (EG) nr. 1008/2008 worden uitgevoerd, indien de verbinding tussen elk van deze andere bestaande luchthavens en de luchthaven die de steun ontvangt, noodzakelijkerwijs een totale reistijd per zeevervoer van ten minste 90 minuten of luchtvervoer omvat.
9.
De investeringssteun wordt niet toegekend aan luchthavens met een gemiddelde jaarlijkse passagiersstroom van meer dan drie miljoen passagiers gedurende de twee boekjaren voorafgaand aan het jaar waarin de steun daadwerkelijk wordt toegekend. De investeringssteun mag naar verwachting niet ertoe leiden dat de luchthaven daarmee haar gemiddelde jaarlijkse passagiersstroom kan uitbreiden tot meer dan drie miljoen passagiers binnen de twee boekjaren volgend op de toekenning van de steun.
10.
De steun wordt niet toegekend aan luchthavens met een gemiddelde jaarlijkse vrachtstroom van meer dan 200 000 ton gedurende de twee boekjaren voorafgaand aan het jaar waarin de steun daadwerkelijk wordt toegekend. De steun mag naar verwachting niet ertoe leiden dat de luchthaven daarmee haar gemiddelde jaarlijkse vrachtstroom kan uitbreiden tot meer dan 200 000 ton binnen de twee boekjaren volgend op de toekenning van de steun.
11.
Het bedrag van de investeringssteun is niet hoger dan het verschil tussen de in aanmerking komende kosten en de exploitatiewinst van de investering. De exploitatiewinst wordt op de in aanmerking komende kosten in mindering gebracht, hetzij vooraf op basis van redelijke prognoses, hetzij via een terugvorderingsmechanisme.
12.
De in aanmerking komende kosten zijn de kosten met betrekking tot de investeringen in luchthaveninfrastructuur, met inbegrip van planningkosten.
13.
Het bedrag van de investeringssteun is niet hoger dan:
- a)
50 % van de in aanmerking komende kosten voor luchthavens met een gemiddelde jaarlijkse passagiersstroom van één tot drie miljoen passagiers gedurende de twee boekjaren voorafgaand aan het jaar waarin de steun daadwerkelijk wordt toegekend;
- b)
75 % van de in aanmerking komende kosten voor luchthavens met een gemiddelde jaarlijkse passagiersstroom van maximaal één miljoen passagiers gedurende de twee boekjaren voorafgaand aan het jaar waarin de steun daadwerkelijk wordt toegekend.
14.
De in lid 13 beschreven maximale steunintensiteiten kunnen met 20 procentpunten worden verhoogd voor luchthavens in afgelegen gebieden.
15.
Exploitatiesteun mag niet worden toegekend aan luchthavens met een gemiddelde jaarlijkse passagiersstroom van meer dan 200 000 passagiers gedurende de twee boekjaren voorafgaand aan het jaar waarin de steun daadwerkelijk wordt toegekend.
16.
Het bedrag van de exploitatiesteun mag niet hoger zijn dan hetgeen nodig is om de exploitatietekorten plus een redelijke winst over de betrokken periode te dekken. De steun wordt toegekend ofwel in de vorm van vooraf vastgelegde periodieke tranches, die niet mogen worden verhoogd in de periode waarvoor de steun wordt toegekend, ofwel in de vorm van achteraf vastgestelde bedragen die zijn gebaseerd op de waargenomen exploitatietekorten.
17.
Exploitatiesteun mag niet worden toegekend voor een kalenderjaar waarin de jaarlijkse passagiersstroom van de luchthaven meer dan 200 000 passagiers bedraagt.
18.
De toekenning van de exploitatiesteun mag niet afhankelijk worden gesteld van het afsluiten van regelingen met bepaalde luchtvaartmaatschappijen over luchthavengelden, marketingvergoedingen of andere financiële aspecten van de activiteiten van de luchtvaartmaatschappij op de betrokken luchthaven.