In de processen-verbaal van politie wordt als adres van verdachte afwisselend [a-straat 1] te [woonplaats] en [a-straat 1] te [woonplaats] vermeld. Naast de processen-verbaal van politie wordt het buitenlandse adres van verdachte voorts onder meer vermeld op het bevel bewaring van 31 oktober 2002, een 'beschikking op een verzoek ingevolge artikel 36a van het Wetboek van Strafvordering' van de rechter-commissaris van 16 januari 2003, een 'beschikking ambtshalve instelling onderzoek ex artikel 36e van het Wetboek van Strafvordering' van de rechter-commissaris van 21 januari 2003 en het 'verhoor van verdachte' van 31 oktober 2002 door de rechter-commissaris in het kader van de toetsing inverzekeringstelling en de inbewaringstelling. Op de akte hoger beroep is onder 'wonende te' 'Safeta' opgenomen.
HR, 20-11-2012, nr. 11/01970
ECLI:NL:HR:2012:BY3496
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20-11-2012
- Zaaknummer
11/01970
- Conclusie
Mr. Knigge
- LJN
BY3496
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2012:BY3496, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑11‑2012
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BY3496
ECLI:NL:HR:2012:BY3496, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑11‑2012; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BY3496
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2012-0300
Conclusie 20‑11‑2012
Mr. Knigge
Partij(en)
Nr. 11/01970
Mr. Knigge
Zitting: 23 oktober 2012
Conclusie inzake:
[Verdachte]
1.
Het Gerechtshof te Arnhem heeft bij arrest van 17 september 2003 verdachte wegens 1. "diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak" en 2. "diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels" veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden.
2.
Tegen deze uitspraak is namens verdachte cassatieberoep ingesteld.
3.
Namens verdachte heeft mr. B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, drie middelen van cassatie voorgesteld.
4.
Het eerste middel
- 4.1.
Het middel klaagt dat het Hof de dagvaarding in hoger beroep ten onrechte niet nietig heeft verklaard.
- 4.2.
Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 3 september 2003 houdt het volgende in:
"De verdachte genaamd:
[Verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
is niet verschenen.
De advocaat-generaal deelt mede dat uit controle in VIPS (Verwijs Index Personen Systeem) is gebleken dat verdachte thans niet gedetineerd is.
Op vordering van de advocaat-generaal verleent het hof verstek tegen de niet verschenen verdachte en beveelt dat met de behandeling van de zaak zal worden voortgegaan."
- 4.3.
Bij de stukken van het geding bevindt zich de appeldagvaarding. De aan deze akte gehechte akte van uitreiking houdt in dat de dagvaarding op 12 juni 2003 te 12.10 uur, ter griffie van de arrondissementsrechtbank te Arnhem is uitgereikt aan A. Wisselink, (waarnemend) griffier van die rechtbank, omdat "van de geadresseerde geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend is". Aan de dagvaarding en akte van uitreiking zijn voorts twee gba-overzichten (gemeentelijke basisadministratie) van respectievelijk 22 juli 2003 en 20 augustus 2003 gehecht, inhoudende dat verdachte niet is gedetineerd. Op de overzichten is onder "huidig adres" niets opgenomen.
- 4.4.
Bij de stukken van het geding bevindt zich voorts een proces-verbaal van aanhouding van 28 oktober 2002. Dit proces-verbaal houdt als adres van verdachte in: [a-straat 1], [woonplaats]. Het proces-verbaal van verhoor van 28 oktober 2002 houdt als verklaring van verdachte onder meer het volgende in:1.
"Ik ben op [geboortedatum]/1982 geboren te [geboorteplaats]. Ik ben woonachtig in perceel [a-straat 1] te [woonplaats]. Ik ben nu op vakantie in Nederland."
- 4.5.
Nu van verdachte een adres in het buitenland bekend was, terwijl uit de stukken niet blijkt dat dit adres ten tijde van de betekening van de appeldagvaarding achterhaald was, had de betekening van de dagvaarding moeten plaatsvinden door toezending aan dit adres. Uit de stukken van het geding kan niet worden afgeleid dat de appeldagvaarding naar voornoemd adres is gestuurd, zodat het ervoor moet worden gehouden dat dit niet is geschied. Nu de betekening van de appeldagvaarding niet rechtsgeldig heeft plaatsgevonden, had het Hof de dagvaarding nietig moeten verklaren.2. Het middel is derhalve terecht voorgesteld.
5.
Nu het eerste middel slaagt, behoeven het tweede en het derde middel geen bespreking.
6.
Gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen, heb ik niet aangetroffen.
7.
Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden,
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 20‑11‑2012
HR 12 maart 2002, LJN AD5163, NJ 2002/317 m. nt. Sch, rov. 3.19.
Uitspraak 20‑11‑2012
Inhoudsindicatie
Dagvaardingsperikelen. Art. 588.2 Sv. HR herhaalt HR LJN AD5163 m.b.t. de betekening van de dagvaarding door toezending van de dagvaarding naar een adres in het buitenland. Niet blijk dat de dagvaarding in h.b. naar het adres van verdachte in het buitenland is verzonden. Het in de bestreden uitspraak besloten liggende oordeel dat de dagvaarding in h.b. geldig is betekend, is onjuist.
Partij(en)
20 november 2012
Strafkamer
nr. S 11/01970
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 17 september 2003, nummer 21/000640-03, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. B.P. de Boer, advocaat te Haarlem, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.
2. Beoordeling van het eerste middel
2.1.
Het middel klaagt dat het Hof de dagvaarding in hoger beroep ten onrechte niet heeft nietig verklaard nu niet blijkt dat die dagvaarding overeenkomstig art. 588, tweede lid, Sv naar verdachtes adres in Bosnië-Herzegovina is verzonden.
2.2.
Bij de op de voet van art. 434, eerste lid, Sv aan de Hoge Raad gezonden stukken bevinden zich:
- (i)
een proces-verbaal van verhoor door de politie van 29 oktober 2002 dat als verklaring van de verdachte onder meer het volgende inhoudt:
"Ik ben op [geboortedatum]/1982 geboren te [geboorteplaats]. Ik ben woonachtig in perceel [a-straat 1] te [woonplaats]. Ik ben nu op vakantie in Nederland."
- (ii)
een akte uitreiking, gehecht aan het dubbel van de dagvaarding van de verdachte om te verschijnen ter terechtzitting in hoger beroep van 3 september 2003, welke inhoudt dat de dagvaarding op 12 juni 2003 ter griffie van de arrondissementsrechtbank te Arnhem is uitgereikt aan de (waarnemend) griffier, omdat "van de geadresseerde geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend is."
- (iii)
een aan het dubbel van die dagvaarding gehecht verwerkingsoverzicht GBA-gegevens van 22 juli 2003, dat inhoudt dat de verdachte niet is gedetineerd en dat van de verdachte geen adres in Nederland bekend is.
De bestreden uitspraak is bij verstek gewezen.
2.3.
Indien op grond van het daartoe ingestelde onderzoek als vaststaand kan worden aangenomen dat de verdachte niet is ingeschreven in een GBA en niet in Nederland is gedetineerd, en van hem ook niet een feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland maar wel een adres in het buitenland bekend is, geschiedt de betekening van de dagvaarding door toezending van de dagvaarding door het openbaar ministerie hetzij rechtstreeks aan het laatstbekende adres van de verdachte in het buitenland, hetzij door tussenkomst van de bevoegde buitenlandse autoriteit of instantie (art. 588, tweede lid, Sv). Door die toezending is de dagvaarding rechtsgeldig betekend (vgl. HR 12 maart 2002, LJN AD5163, NJ 2002/317).
2.4.
Noch de hierboven genoemde akte uitreiking, noch enig ander gedingstuk houdt in dat de dagvaarding in hoger beroep naar voornoemd adres van de verdachte in het buitenland is verzonden. Daaruit volgt dat de dagvaarding in hoger beroep niet is betekend overeenkomstig art. 588, tweede lid, Sv. Het in de bestreden uitspraak besloten liggende oordeel dat de dagvaarding in hoger beroep geldig is betekend, is derhalve onjuist.
2.5.
Het middel is dus terecht voorgesteld.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen, brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 20 november 2012.