RvdW 2016/616
Art. 81 lid 1 RO. Bewijsrecht. Financiële afwikkeling verbroken relatie. Dwingende bewijskracht schuldbekentenis. Art. 157 lid 2 Rv.
HR 13-05-2016, ECLI:NL:HR:2016:849
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 mei 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
15/01168
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:849, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑05‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:116, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑03‑2016
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Bewijsrecht. Financiële afwikkeling verbroken relatie. Dwingende bewijskracht schuldbekentenis. Art. 157 lid 2 Rv.
Partij(en)
[de man], eiser tot cassatie, adv.: mr. J. de Jong van Lier,
tegen
[de vrouw], verweerster in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent:
1. Feiten1. en procesverloop2.
1.1
Eiser tot cassatie (hierna: [de man]) en verweerster in cassatie (hierna: [de vrouw]) hebben van 2001 tot 2007 een affectieve relatie met elkaar gehad. Er is geen samenlevingsovereenkomst opgesteld tussen partijen.
1.2
Tijdens de relatie van partijen zijn bedragen onttrokken aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.