V-N 2015/51.9
Buiten zicht fiscus gehouden buitenlands vermogen volgens A-G terecht gelijkelijk verdeeld over ex-echtgenoten
HR (A-G) 09-09-2015, ECLI:NL:PHR:2015:1844, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
9 september 2015
- Zaaknummer
14/04120
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS59187:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3223, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1844, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑09‑2015
- Wetingang
Essentie
Advocaat-generaal Niessen concludeert dat het buitenlands vermogen voor de helft bij X in aanmerking moet worden genomen en voor de helft bij Y. Het buitenlands vermogen is namelijk niet in de aangiften van X en Y verantwoord.
Samenvatting
Belanghebbende X en zijn echtgenote Y gaan in 2006 uit elkaar. Y beschikt over vermogensbestanddelen in het buitenland. Dit buitenlands vermogen is niet verantwoord in de IB-aangiften van X of Y. X komt in 2009 tot inkeer, maar Y wenst niet mee te werken. De inspecteur legt IB-navorderingsaanslagen op aan X over de jaren 2001-2004. Hij belast daarbij de helft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.