RO 2023/44
Rol van de OK, wijze van bepalen aanvullende schadeloosstelling, en de kostenvergoeding bij schadeloosstellingsprocedure ex art. 3:159ab (oud) Wft.
HR 02-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:839
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 juni 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/04858
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS712151:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Onteigeningsrecht / Schadeloosstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:839, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:995, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑10‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑02‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑11‑2021
- Wetingang
Art. 3:159ab (oud) Wft; art. 6:8 lid 2, 6:9 Wft
Essentie
Schadeloosstelling. Onteigening.
Aanvullende schadeloosstellingsprocedure ex art. 3:159ab (oud) Wft na gedwongen overdracht aandelen in Conservatrix.
In hoeverre heeft de OK vrijheid om te onderzoeken welke schadeloosstelling toekomt aan de gewezen aandeelhouder die op grond van art. 3:159ab (oud) Wft een verzoek tot aanvullende schadeloosstelling indient?
Hoe verhoudt een waardebepaling van de aandelen op het peilmoment in de verschillende toekomstscenario’s, alvorens wordt vastgesteld welke van de toekomstscenario’s was te verwachten, zich tot de maatstaf van art. 6:9 Wft jo art. 3:159ab lid 3 (oud) Wft?
Moet bij de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.