V-N 2013/14.19
Prejudiciële vragen over btw-vrijstelling bij icv van tandprothesen
HR 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2667, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 september 2015
- Magistraten
Van Vliet, Punt, Sterk, Fierstra
- Zaaknummer
11/05307
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BW0972
- JCDI
JCDI:ADS178628:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Omzetbelasting / Intracommunautaire transactie
Omzetbelasting / Vrijstelling
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2667, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑09‑2015
ECLI:NL:HR:2013:BW0972, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑03‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BW0972, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑03‑2012
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑03‑2012
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑03‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑12‑2011
- Wetingang
art. 11 lid 1 onderdeel g en art. 17eWet OB 1968; art. 140 en 143 Richtlijn 2006/112/EG
Essentie
Prejudiciële vragen over btw-vrijstelling bij icv van tandprothesen
Samenvatting
X bv levert tandtechnische producten, waaronder tandprothesen. De tandprothesen worden in het buitenland gemaakt en geleverd door A. A is de in het buitenland gevestigde moedermaatschappij van X bv. A factureert aan X bv met 0% btw. X bv geeft in Nederland een belaste intracommunautaire verwerving (icv) aan en factureert vervolgens de tandtechnische laboratoria. Volgens X bv is zij geen btw verschuldigd over de intracommunautaire verwerving van de tandprothesen. Rechtbank Haarlem overweegt dat de btw-vrijstelling sinds 1 januari 2008 is beperkt tot leveringen van tandprothesen door tandartsen en tandtechnici. Volgens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.