Einde inhoudsopgave
Reglement rijbewijzen
Artikel 76 [Praktijk-examen E bij C]
Geldend
Geldend vanaf 17-07-2021
- Bronpublicatie:
12-07-2021, Stb. 2021, 347 (uitgifte: 16-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
17-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2021, Stb. 2021, 347 (uitgifte: 16-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
1.
Het praktijkexamen voor het rijbewijs E bij C bestaat uit het afleggen van een rijproef:
- a.
met een samenstel van een motorrijtuig als bedoeld in artikel 73 en een autonome of middenasaanhangwagen waarvan de lengte ten minste 7,50 m en de breedte ten minste 2,50 m bedraagt. De lengte van het samenstel van trekkend motorrijtuig en aanhangwagen bedraagt ten minste 17,00 m. Het samenstel dient een snelheid van ten minste 80 km per uur te kunnen bereiken. De toegestane maximummassa van het trekkend motorrijtuig en de aanhangwagen tezamen dient ten minste 20.000 kg te bedragen en de feitelijke totale massa van het samenstel dient ten minste 25.000 kg te bedragen. De middenasaanhangwagen dient te zijn uitgerust met minimaal twee starre assen die tijdens het examen op het wegdek moeten staan, waarbij de hoogte van het hart van de onderbouwkoppeling zich op niet meer dan 0,55 m boven het wegdek bevindt. De middenasaanhangwagen dient te zijn voorzien van een gesloten opbouw dan wel van een gesloten huif, ten minste even breed en hoog als de cabine van het trekkend motorrijtuig en met een lengte van nagenoeg de lengte van de laadvloer van de middenasaanhangwagen, en dient met ten minste 5.000 kg te zijn beladen, waarbij de lading in IBC's of verpakkingen van vergelijkbare afmetingen op de laadvloer is geplaatst en werkende aslastmeters op alle assen of een weegbrief van ten hoogste één jaar oud; of
- b.
met een samenstel van een opleggertrekker met een breedte van 2,50 m en een oplegger. De lengte van het samenstel van opleggertrekker en oplegger bedraagt ten minste 15,50 m. Het samenstel dient een snelheid van ten minste 80 km per uur te kunnen bereiken. De toegestane maximummassa van het samenstel dient ten minste 20.000 kg te bedragen en de feitelijke totale massa van het samenstel dient ten minste 25.000 kg te bedragen. De opleggertrekker en de oplegger dienen te zijn uitgerust met een antiblokkeersysteem, en de opleggertrekker ook met cruise control, een versnellingsbak met ten minste acht voorwaartse versnellingen, een toerenteller en een controleapparaat als bedoeld in Verordening (EU) nr. 165/2014. De opleggertrekker dient te zijn voorzien van een slaapcabine en minimaal drie zitplaatsen, overeenkomstig het kentekenregister. De oplegger dient te zijn voorzien van een gesloten opbouw dan wel van een gesloten huif, ten minste even breed en hoog als de cabine van de opleggertrekker en met een lengte van nagenoeg de lengte van de laadvloer, maar ten minste 7,50 m, en dient met ten minste 10.000 kg te zijn beladen, waarbij de lading in IBC's of verpakkingen van vergelijkbare afmetingen op de laadvloer is geplaatst, en werkende aslastmeters op alle assen of een weegbrief van maximaal één jaar oud. De oplegger moet beschikken over ten minste twee assen en ten hoogste drie assen, waarvan in beide gevallen ten minste één starre as. Tijdens het examen moeten ten minste twee assen waarvan één starre as op het wegdek staan.
2.
Indien het een praktijkexamen betreft voor de rijbewijscategorie E bij C met het oog op de aanvraag van een rijbewijs voor die categorie, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, is het in het eerste lid bedoelde trekkend motorrijtuig voorzien van een schakelaar of hendel, waarmee de bestuurder invloed kan uitoefenen op de gangwissel van het motorrijtuig.