Einde inhoudsopgave
Kansspelenbesluit
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2021
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 6 (oud) vernummerd tot art. 5.
- Bronpublicatie:
26-01-2021, Stb. 2021, 37 (uitgifte: 03-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-01-2021, Stb. 2021, 45 (uitgifte: 04-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
De houder van een vergunning als bedoeld in artikel 15 van de wet organiseert slechts weddenschappen op sportwedstrijden, georganiseerd door of onder auspiciën van de door het NOC*NSF erkende nationale sportorganisaties en hun geledingen, of door vergelijkbare internationale, al dan niet overkoepelende sportorganisaties, dan wel op een andere wedstrijd van een sport die door het NOC*NSF als sport is aangemerkt.
2.
De houder van een vergunning als bedoeld in artikel 23 van de wet organiseert slechts weddenschappen op uitslagen van paardenrennen en harddraverijen, georganiseerd door of onder auspiciën van de Stichting Nederlandse Draf- en Rensport of een vergelijkbare, nationale of internationale, al dan niet overkoepelende organisatie.
3.
De houder van een vergunning als bedoeld in de artikelen 15 of 23 van de wet draagt er voor zorg dat in zijn organisatie een doeltreffend beleid wordt ontwikkeld, toegepast en onderhouden, dat gericht is op het behoud van de integriteit van de wedstrijden waarop hij weddenschappen organiseert.
4.
De vergunninghouder treft in ieder geval passende maatregelen gericht op samenwerking en uitwisseling van gegevens die in het belang zijn voor het voorkomen en onderkennen van manipulatie van wedstrijden met ter zake relevante organisaties die werkzaam zijn op het gebied van de integriteit van sport, waaronder in ieder geval de bij de wedstrijden betrokken wedstrijdorganisatoren en sportorganisaties, het Nationaal platform matchfixing, een internationaal samenwerkingsverband van wedstrijdorganisatoren en kansspelaanbieders.
5.
De vergunninghouder treft voorts passende maatregelen om belangenverstrengeling en misbruik van voorkennis met betrekking tot wedstrijden te voorkomen. Deze maatregelen strekken in ieder geval tot het voorkomen van:
- a.
misbruik van zijn financieel-economische relatie tot de betrokken sportorganisatie, sporters en de organisatoren van wedstrijden waarop hij weddenschappen afsluit;
- b.
betrokkenheid bij de vaststelling van de noteringen van weddenschappen op een wedstrijd van personen die bij die wedstrijd zijn betrokken;
- c.
deelname aan een door hem georganiseerde weddenschap op een wedstrijd door personen die zijn betrokken bij die wedstrijd of bij de organisatie van die weddenschap.
6.
Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het derde tot en met het vijfde lid.