Einde inhoudsopgave
Kansspelenbesluit
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2021
- Bronpublicatie:
26-01-2021, Stb. 2021, 37 (uitgifte: 03-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-01-2021, Stb. 2021, 45 (uitgifte: 04-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Aan een vergunning, krachtens artikel 3 van de wet verleend, worden in elk geval de navolgende voorschriften verbonden:
- a.
er mogen niet meer dan het in de vergunning genoemde aantal bewijzen van deelneming, uitsluitend tegen de daarin aangegeven inleg, worden uitgegeven.
- b.
De opbrengst van de door de vergunninghouder verkochte deelnemingsbewijzen wordt afgedragen aan bij of krachtens de vergunning aangewezen begunstigden. De afdracht bedraagt ten minste 40% van de nominale waarde van de verkochte deelnemingsbewijzen.
- c.
De afdracht, bedoeld in onderdeel b, wordt geheel voor het in de vergunning omschreven doel aangewend.
- d.
Slechts noodzakelijke kosten mogen worden gemaakt.
Eventuele provisie aan verkopers van deelnemingsbewijzen dient te worden beperkt tot ten hoogste 10% van de nominale waarde der door hun bemiddeling geplaatste deelnemingsbewijzen.
- e.
Als deelnemers mogen niet worden toegelaten personen die nog niet de leeftijd van achttien jaren hebben bereikt. Indien als winnaar van een prijs wordt aangewezen een persoon die ingevolge de vorige volzin niet als deelnemer mocht worden toegelaten, wordt deze deelneming buiten aanmerking gelaten.
- f.
Op de bewijzen van deelneming alsmede in alle aankondigingen en voor openbaarmaking of verspreiding bestemde stukken moet, voorzover praktisch mogelijk, duidelijk worden vermeld:
de naam van de vergunninghouder en het adres, waar inlichtingen verkrijgbaar zijn;
het in de vergunning omschreven doel;
het aantal bewijzen van deelneming en het bedrag van de inleg;
plaats en tijdstip van de prijsbepaling.
- g.
De niet geplaatste deelnemingsbewijzen moeten vóór het tijdstip van de prijsbepaling worden ingeleverd bij de in de vergunning aangewezen instantie.
- h.
Van de gelegenheid, waarvoor vergunning is verleend, moet een afzonderlijke, overzichtelijke, administratie worden gevoerd.
Een uitgewerkte rekening en verantwoording met toelichtende bescheiden moet binnen de in de vergunning genoemde termijn worden overgelegd aan de in de vergunning aangewezen instantie.
- i.
De rekening en verantwoording dient vergezeld te gaan van een onderzoeksverslag en een verklaring omtrent de getrouwheid daarvan, opgesteld door een accountant die is ingeschreven in het in artikel 36, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep bedoelde register, indien de prijzen en premies gezamenlijk een grotere waarde hebben dan € 4.500.