NJB 2012/2105:Loonvordering. Matiging. In 2004 beëindigt een werkgever ten aanzien van een werknemer een regeling met als gevolg dat bepaalde looncomponenten niet meer worden uitbetaald. In 2007 gaat de werknemer met (pre)pensioen. Daarna vordert hij alsnog betaling van de looncomponenten. Het hof matigt het toewijsbare bedrag. HR: Vooropstelling (zie hoofdtekst). Waar het (enkele) tijdsverloop aan de zijde van de werknemer niet de conclusie kan dragen dat integrale toewijzing van diens vordering tot onaanvaardbare gevolgen zou leiden, getuigt het oordeel van het hof dat het beroep op matiging slaagt, op een miskenning van de in acht te nemen terughoudendheid