NJB 2012/2105
Loonvordering. Matiging. In 2004 beëindigt een werkgever ten aanzien van een werknemer een regeling met als gevolg dat bepaalde looncomponenten niet meer worden uitbetaald. In 2007 gaat de werknemer met (pre)pensioen. Daarna vordert hij alsnog betaling van de looncomponenten. Het hof matigt het toewijsbare bedrag. HR: Vooropstelling (zie hoofdtekst). Waar het (enkele) tijdsverloop aan de zijde van de werknemer niet de conclusie kan dragen dat integrale toewijzing van diens vordering tot onaanvaardbare gevolgen zou leiden, getuigt het oordeel van het hof dat het beroep op matiging slaagt, op een miskenning van de in acht te nemen terughoudendheid
HR 28-09-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9867
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 september 2012
- Magistraten
(Mrs. E.J. Numann, J.C. van Oven, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth en G. Snijders; A-G mr. L. Timmerman)
- Zaaknummer
11/02655
- LJN
BW9867
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW9867, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑09‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW9867, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑09‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑05‑2011
- Wetingang
Essentie
Loonvordering. Matiging. In 2004 beëindigt een werkgever ten aanzien van een werknemer een regeling met als gevolg dat bepaalde looncomponenten niet meer worden uitbetaald. In 2007 gaat de werknemer met (pre)pensioen. Daarna vordert hij alsnog betaling van de looncomponenten. Het hof matigt het toewijsbare bedrag. HR: Vooropstelling (zie hoofdtekst). Waar het (enkele) tijdsverloop aan de zijde van de werknemer niet de conclusie kan dragen dat integrale toewijzing van diens vordering tot onaanvaardbare gevolgen zou leiden, getuigt het oordeel van het hof dat het beroep op matiging slaagt, op een miskenning van de in acht te nemen terughoudendheid