Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg
Artikel 14 [Onmogelijkheid uitvoering overeenkomst]
Geldend
Geldend vanaf 02-07-1961
- Bronpublicatie:
19-05-1956, Trb. 1957, 84 (uitgifte: 24-06-1957, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-07-1961
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-05-1961, Trb. 1961, 48 (uitgifte: 01-01-1961, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Wegvervoer
1.
Indien, om welke reden ook, de uitvoering van de overeenkomst op de voorwaarden van de vrachtbrief onmogelijk is of wordt voordat de goederen op de plaats bestemd voor de aflevering, zijn aangekomen, is de vervoerder gehouden instructies te vragen aan de persoon, die het recht heeft overeenkomstig artikel 12 over de goederen te beschikken.
2.
Indien evenwel de omstandigheden de uitvoering van het vervoer toelaten op andere voorwaarden dan die van de vrachtbrief en indien de vervoerder niet tijdig instructies heeft kunnen verkrijgen van de persoon, die het recht heeft overeenkomstig artikel 12 over de goederen te beschikken, neemt hij de maatregelen, welke hem het beste voorkomen in het belang van de persoon, die het recht heeft over de goederen te beschikken.