RFR 2019/1
Uithuisplaatsing. Is een besluit van B&W vereist in geval van uithuisplaatsing bij de andere met het gezag belaste ouder?
HR 28-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1797
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 september 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
18/00616
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929979:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1797, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:923, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑08‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑02‑2018
- Wetingang
Art. 1:265b lid 2 BW; art. 2.3 lid 1 Jeugdwet
Essentie
Uithuisplaatsing. Kinderbescherming.
Is een besluit van B&W vereist in geval van uithuisplaatsing bij de andere met het gezag belaste ouder?
Samenvatting
Uit het door echtscheiding ontbonden huwelijk van partijen is in 2009 een dochter geboren. De dochter had haar hoofdverblijfplaats bij de moeder. Partijen waren belast met het gezamenlijk ouderlijk gezag. Aanvankelijk was er sprake van een zorgregeling tussen vader en dochter. Sinds juli 2017 verbleef dochter feitelijk bij haar vader.
De raad verzocht de dochter onder toezicht te stellen en een machtiging te verlenen voor een uithuisplaatsing bij de vader. De moeder was het eens met het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.