NJ 2016/70
Rioolputmoord/kofferbakmoord. Toewijzing vergoeding shockschade onvoldoende gemotiveerd.
HR 29-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2858, m.nt. B.F. Keulen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 september 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
13/03675
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110716:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2858, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1264, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑12‑2014
- Wetingang
Art. 36f WvSr; art. 434 lid 1 WvSv; art. 6:106 lid 1 onder b BW
Essentie
Toekenning van de vordering benadeelde partij ter zake van shockschade. Voor vergoeding van immateriële schade als hier gevorderd — zogenoemde shockschade — is gelet op HR NJ 2002/240 vereist dat het bestaan van geestelijk letsel waardoor iemand in zijn persoon is aangetast in rechte kan worden vastgesteld, hetgeen in het algemeen slechts het geval zal zijn indien sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. Het hof heeft niet blijk gegeven te hebben onderzocht of in het onderhavige geval aan dat vereiste is voldaan. Uit de brief inhoudende ‘informatie aangaande de behandeling van betrokkene, welke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.