Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds
Artikel 268 Definities
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2017
- Redactionele toelichting
Voorlopige toepassing vanaf 01-01-2016.
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 160 (uitgifte: 21-08-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-08-2017, Trb. 2017, 147 (uitgifte: 25-08-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
Voor de toepassing van dit hoofdstuk en onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 5 (Douane en handelsbevordering) van titel IV van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
- 1.
‘energiegoederen’: aardgas (GS-code 27.11), elektrische energie (GS-code 27.16) en ruwe olie (GS-code 27.09);
- 2.
‘vaste infrastructuur’: transmissie- of distributienetwerk, installaties voor vloeibaar aardgas en opslaginstallatie zoals omschreven in Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit, hierna ‘Richtlijn 2003/54/EG’ genoemd, en Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas, hierna ‘Richtlijn 2003/55/EG’ genoemd;
- 3.
‘doorvoer’: doorvoer, zoals omschreven in hoofdstuk 5 (Douane en handelsbevordering) van titel IV van deze overeenkomst, van energiegoederen via een vaste infrastructuur of oliepijplijn;
- 4.
‘vervoer’: de transmissie en distributie, zoals omschreven in de Richtlijnen 2003/54/EG en 2003/55/EG, alsmede het vervoer van olie via pijpleidingen;
- 5.
‘ongeoorloofde toe-eigening’: welke activiteit dan ook bestaande in de wederrechtelijke toe-eigening van energiegoederen uit een vaste infrastructuur.