Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de Zetel van het Speciaal Tribunaal voor Libanon
Artikel 30 Samenwerking met de bevoegde autoriteiten
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2009
- Bronpublicatie:
21-12-2007, Trb. 2008, 12 (uitgifte: 14-02-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-04-2009, Trb. 2009, 55 (uitgifte: 01-01-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
Het Tribunaal werkt te allen tijde samen met de bevoegde autoriteiten teneinde een goede rechtsbedeling en de handhaving van de wetten van het Gastland te vergemakkelijken, de naleving van politievoorschriften te waarborgen en gevallen van misbruik in verband met de in dit Verdrag verleende voorrechten, immuniteiten en faciliteiten te voorkomen.
2.
Het Tribunaal en het Gastland werken samen op het gebied van veiligheid, daarbij rekening houdend met de openbare orde en nationale veiligheid van het Gastland.
3.
Onverminderd hun voorrechten, immuniteiten en faciliteiten is het de plicht van alle personen die uit hoofde van dit Verdrag dergelijke voorrechten, immuniteiten en faciliteiten genieten de wet- en regelgeving na te leven van het Gastland. Zij zijn tevens gehouden zich niet te mengen in de interne aangelegenheden van het Gastland.
4.
Het Tribunaal werkt samen met de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor gezondheid, arbeidsveiligheid, elektronische communicatie en brandpreventie.
5.
Het Tribunaal leeft de met het Gastland overeengekomen veiligheidsrichtlijnen na, alsook de richtlijnen van de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de voorschriften inzake brandpreventie.
6.
Het Gastland stelt alles in het werk om het Tribunaal in kennis te stellen van alle voorgestelde of vastgestelde nationale wet- of regelgeving die directe gevolgen heeft voor de voorrechten, immuniteiten, faciliteiten, rechten en verplichtingen van het Tribunaal en de rechters, de Aanklager, de Substituut-Aanklager, de Griffier, het Hoofd van het kantoor van de verdediging en de leden van het personeel. Het Tribunaal heeft het recht zijn zienswijze kenbaar te maken ter zake van de voorgestelde nationale wet- en regelgeving.