NJ 2010, 22
Bedreiging minister-president en opruiing. Geen bijdrage aan publiek debat.
HR 15-12-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ7237 (Bedreiging Balkenende)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 december 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
07/13017
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BJ7237
- Roepnaam
Bedreiging Balkenende
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ7237, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑12‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ7237, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2009
- Wetingang
EVRMart. 10; Srart. 132 lid 1, 285
Essentie
1. De opvatting dat art. 285 Sr slechts ziet op bedreiging met een door de ‘bedreiger’ zelf te plegen misdrijf is onjuist.
2. De kennelijke opvatting dat voor een veroordeling wegens opruiing als bedoeld in art. 132 lid 1 Sr. vereist is dat komt vast te staan dat redelijkerwijs waarschijnlijk is te achten dat het strafbaar feit of het gewelddadig optreden als bedoeld in deze bepaling zal plaatsvinden, is onjuist.
3. Het oordeel van het hof dat het in art. 10 EVRM gegarandeerde recht op vrijheid van meningsuiting aan een veroordeling niet in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.