TvI 2021/18
HR, 24-04-2020, nr. 19/02475
HR 24-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:801, m.nt. Mr. dr. A. van Hees
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 april 2020
- Zaaknummer
19/02475
- Noot
Mr. dr. A. van Hees
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS270004:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:801, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1373, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑05‑2019
Samenvatting
Taak curator. Vereffening. Boedeloverschot. Ontvankelijkheid. Moet het faillissement worden beëindigd in een geval waarin de faillissementsboedel voldoende baten omvat om de geverifieerde schuldeisers en de boedelkosten volledig te voldoen, of mag de curator doorgaan met het te gelde maken van activa ten behoeve van niet-geverifieerde schuldeisers en aandeelhouders (art. 179 en 193 Fw)? Vereffening van het vermogen van een ontbonden vennootschap na faillissement (art. 2:23 en 23c BW). Ontvankelijkheid van verzoek ex art. 69 Fw van bestuurder failliete vennootschap die ook zelf in staat van faillissement verkeert.